
le de lijken van ons volk, met de beenderen
van de rompen, verbrand waren, dat de beenderen
van de ledenmaaten van de foldaaten onder
de mindere Opperhoofden verdeeld waren, en
dat men over die van Kapitein cook op de volgende
wijze befchikt had; het hoofd aan een
groot Opperhoofd, k a h o - op kon genaamd,
het hair aan m a i h a -m a i h a , en de beenen,
dijen en armen aan t e r r e e o b o o . Toen het
donker was, kwamen veele van de inboorlingen
a f met wortelen en andere gewasfen, en wij kree-
gen ook twee rijklijke gefchenken van dezelfde
levensmiddelen van k a i r e e k e e a .
De negentiende wierd meest doorgebragt met
het zenden en ontvangen van de boodfchappen,
die tusfchen Kapitein c l e r k e en t e r r e e o boo
heen en weder gingen, e a p p o drong fterk
aan dat een van onze officieren aan land zoude
gaan, en bood zig aan om ondertusfchen als gijzelaar
aan boord te blijven. Men vond egter niet
goed dit verzoek toeteftaan, en hij verliet ons
met belofte van den volgenden dag de beenderen
te zullen brengen. Op het ftrand ontmoeteden
de water • haalers geenen den minften tegenftand
van de inboorlingen, die, ondanks ons omzigtig
gedrag, onder ons kwamen, zonder den minften
fchijn van vrees of wantrouwen.
Den twintigften, vroeg in den morgen, hadden
wij het genoegen van de fokke * mast ingezet te
krijkrijgen.
Dit was een werk van groote moeije-
Üjkheid en enig gevaar, naardien onze touwen
zoo rot warén, dat de takels verfcheiden maaien
braken.
Tusfchen tien en elf uuren zagen wij eenen
grooten troep menfchen den berg af koornen, die
aan het ftrand was, in eene foort van plechtige
ftatie, draagende eiken man een fuiker-riet of
twee op zijne fchouderen, en brood -vrugt, taro
en plataanen in de hand. Zij wierden voorafgegaan
door twee trommelflagers, die, toen zij aan
den water-kant kwamen, bij eene witte vlag
gongen nederzitten, en op hunne trommelen be»
gonnen te flaan, terwijl degeene, die agter
hen gekoomen waren, een voor een naderden;
toen zij de gefchenken, die zij medebragten,
hadden nedergelegd, vertrokken zij in dezelfde
orde. Kort daarop vertoonde zig ea ppo in zijnen
langen vederen mantel, iets zeer plechtig in
zijne handen draagende, en zig op eene rots nedergezet
hebbende, deed hij tekenen dat men
hem eene floep zoude zenden.
Kapitein c l e r k e , gisfende dat hij de beenderen
van Kapitein cook had medegebragt, hetwelk
ook bleek de waarheid te zijn, vertrok zelf
in de pinas om dezelve te ontvangen en beval mij
hem met den kotter te volgen. Toen wij aan het
ftrand kwamen, kwam eappo in de pinas en leverde
den Kapitein de beenderen over, in eene
groo