
 
		die  alles  wat  ontdekkingen  betrof met  geest» drift  
 hoorde,  het met  een  genoegen  ontvong,  hetwelk  
 toonde dat,  fchoon  een beuzeling,  niets aangenaa-  
 mer  konde geweest  zijn.  Kapitein  clerke  had mij  
 ook  eene  volmagt gegeeven  om  hem naar  believen  
 eene  kaart  te  laaten  zien  van de  ontdekkingen  op  
 onzen  tegenswoordigen  togt  gedaan,  en  alzoo  ik  
 oordeelde  dat  voor  iemand  in  zijnen  toeftand  en  
 van  zijne  geestgefteldheid  eene  mededeeling  van  
 deezen  aart  ten  hoogden  aangenaam  zoude  zijn,  
 fehoon  hij  zig  uit  kieschheid  had  onthouden  van  
 meer  dan  enige  weinige  algemeene  vraagen  over  
 dit onderwerp  te doen,  maakte  ik  geene  zwaarig-  
 heid  een  vertrouwen  in  hem  te  dellen,  welk  zijn  
 geheel  gedrag  toonde  dat  hij  waerdig  was. 
 Ik  had  het  genoegen  van  te  bevinden  dat  hij  
 deeze  beleefdheid  gevoelde  gelijk  ik  hoopte  dat  
 hij  die  opneemen  zoude,  en  dat  hij  zeer getroffen  
 was  in  een  opflag  van  het  oog die  gantfche kust  
 te  zien,  zoo  wel  aan  de  zijde  van  Afia  als  aan  
 die  van  Amerika,  aan  welke  zijne  landslieden  
 zoo  veele  jaaren  bedeed  hadden,  om  ’er  eene  
 gedeeltelijke  en  onvolkoomen  kennis  van  te  krijgen. 
   (*) 
 Be- 
 ( * )   B i j   d e e z e   g e le g e n h e id   l i e t   d e   M a jo r   b e h m   o n s   a l le   
 d e   p la n s   en  k a a r t e n ,  d i e   h ij  h a d ,   z i e n .   D i e ,   w e lk e   b e t 
 r e k k in g   h ad d en   t o t   h e t   f c h ie r e i la n d   d e r   Tschutski  w a r e n   
 ©p gema ak t  n a a r   de  b e r i c h t e n ,   door p l en 1 s u e r  tn s fc b e n 
 é» 
 Behalven  dit  blijk  van  vertrouwen  en  het  del  
 prenten,  waarvan  ik  reeds  gefprooken  heb,  hadden  
 wij  niets  medegebragt,  dat waerdig was  hera  
 aangeboden  te worden;  want  het  verdient naauw-  
 lijks  melding  dat  ik  zijnen  zoon,  een  klein  jon-  
 getjen,  een  zilver  zak - uurwerk  deed aanneemen,  
 dat  ik  gevallig  bij  mij  had,  en  dat  ik  zijn  dog-  
 »ertjen  zeer  blijde  maakte met  twee paar Franfche  
 oor-ringen.  Behalven  deeze  beuzelingen  liet  ik  
 Kapitein  shmal e f f   den  thermometer,  dien  ik  
 op  mijne  reis  gebruikt  had,  en  hij  beloofde  mij  
 een  jaar  lang  naauwkeürig  aantekening  te  zullen  
 houden  van  de  koude  der  lucht  en  die  aan  den  
 Heer mu l l e r   te  zullen  overzenden,  met welken  
 hij  het  genoegen  had  bekend  te  zijn. 
 Wij  aten jdeezen dag bij den bevelhebber, die,  
 Zig  bij  alle gelegenheden toeleggende om Onze  
 nieuwsgierigheid  te voldoen, behalven een aantal  
 fchotels, op onze Wijze klaargemaakt, nogveeferhand 
 e   ja a r e n   1760  en   1 7 7 0   v e r z am e ld .  A l z o o   d e - k a a r t e n   v a ü   
 p l e n i s h e r   n a d e rh a n d   ,   v o lg e n s   d e n   H e e r   c o x e ,   g e b 
 r u ik t   z i jn   to t   h e t   o pm a a k e n   v a n   d e   a lg em e e n e   k a a r t   t a n   
 R u s l a n d ,   d o o r   d e   A c a d em ie   in  h e t   ja a r   1 7 7 5   u i t g ë g e e v e d ,   
 z a l   h e t   n ie t   o n n u t   z i jn   a an   te   m e r k e n   d a t  w i j   d e z e l v e   z e e f   
 g e b r e k k ig   v o n d e n ,  en   d a t  d e   ma a k e r s   v a t ï  d ë   a lg em e e n e   
 k a a r t   d o o r   h em   to t   e n ig e   m is f te l lin g e n   v e r le id   z i jn .  D i e ,   
 w a a ro p ,  d e   e ila n d en   o p   d e   k u s t   v a n   A m e r ik a   g e t e k e n d   ilo n *   
 d e n ,   b e h e ls d e n   n ie t s   n i e u w s ,   e n   w a r e n   v e e l   m in d e r   r ia aüw *   
 k e v t r jg   d an  d i e ,   t v e lk e   w i j   t e   Oonahulika  za g en * 
 x  i