zag omtrent twintig of dertig koeijen en de Major
bad zes fterke paerden. Deeze en hunne honden
zijn de eenigfte tamme dieren, die zij bezitten;
de noodzaaklijkheid, waarin z ij, in den tegens*
woordigen toèftand des lands, zijn van veele van
de laatfte te houden, maakt het hun onmogelijk
vee aan te fokken, dat in groote en fterkte niet
tegens dezelve is opgewasfen ; want de honden
loopen geduurende den zomer geheel lo s , en
moeten dan voor zigzelvên zorgen, dat hen zoo
hongerig maakt, dat zij fomtijds zelfs het rundvee
aanvallen.
De huizen in Bolcheretsk zijn alle op eenerleie
wijze gemaakt, zijnde van hout gebouwd en met
riet gedekt. Dat van den bevelvoerer is veel groo-
ter dan de andere, beftaande uit drie zeer groote
kamers, net met papier behangen, en die voor
fraai zouden hebben kunnen doorgaan , zoo het
moscovisch glas, dat in de venfters (laat, dezelven
niet een armlijk en onaangenaam voorkoomen ge-
geeven had. De ftad beftaat uit verlcheiden reien
/ laage gebouwen, elke van vijf of zes wooningen,
aan elkanderen verbonden , met eene lange ge-
meene gang ’er langs loopende, aan welkers
eene zijde de keuken en provifje- kamer is en aan
de andere de woon - kamers. Dan zijn ’er ook
barakken voor deRusfifche foldaaten en kofakken,
eene kerk van een goed aanzien, en eene gerecht»
kamer, en aan het eind van de ftad een groot aan*
X 3 tal