
| j
1 ff //( 12 \_J&n. 1779.3 REIZE NAAR DEN STILLEN OCEAAN [Jan. 1779.]
pil,v, ‘ i j dere zig bezig hielden met het brouwen van de en de weinige, die bleeven, wierpen zig ter aarjjïf
* 1
1 avu, dat door kaauwen gefchiedt, gelijk op de i de, toen wij hen langs het flrand voorbij gongeo.
I I 1 Vrienden - Eilanden* Toen nam kaireekeea Wij begaven ons onmiddelijk naar boord, met
* 1 II 1 een gedeelte van de pit van eene kpkos-noot, den geest vol van hetgeen wij gezien hadden, en
l i l .
1
II 1 dat hij kaauwde, en het toen in een Ruk doek zeer wel te vreden over de goede geest • geftelte-
1 windende, wreef hij ’er des Kapiteins aangezigt, nis van onze nieuwe vrienden. De betekenis van
1 |i 1 hoofd, handen, armen en fchouderen mede. de verfchillende plechtigheden, waarmede wij
f6e^ |' ÖV Toen wierd de ava rond gediend, en, na dat wij ontvangen waren, en die, om haare.nieuwheid
I
daarvan iets gedronken hadden, begonnen koah en zonderlingheid, alhier omftandig verhaald zijn,
ÊP-ri- rvr en pareea het vleesch van het varken in ftuk- kan alleen gegist worden, en deeze gisfingen
ken te fcheuren, en die in onze monden te ilee- kunnen nog niet dan zeer onzeeker en gebrekkig
m
Wei
ken. Ik had ’er niet veel tegens dat ik door pa- zijn ; zij waren egter ongetwijfeld de uitdrukking
p i 1 reea gevoederd wierd, die zeer zindelijk in van eenen grooten eerbied van den kant der in»
■‘£\ i zijn perfpon was; maar Kapitein cook, die door boorlingen, en, voor zoo verre zij den perfooa
I r
|ê-ff I
(1 1 ko ah bediend wierd en wien het verrot varken van Kapitein cook betroffen, fcheenen zij naar
I 'S - v ' voor den geest kwam , kon geen brok door krij- aanbidding te gelijken.
ïfe- ■ gen, en zijn tegenzin wierd, gelijk men denken I Den volgenden morgen gong ik naar land mee
P 1 1 kan, niet verminderd, toen de oude man, vol- eene wagt van zes zee - foldaaten, en een corporaal
i ] gens .zijne wijze van beleefd te zijn, het voor hem en luitenant, last hebbende om de werktuigen toe
& : I begon te kaauwen. de waarneemingen op zoodanig eene plaats optejfcg
Toen, deeze laatfte plechtigheid voorbij was, zetten, die mij best in flaat zoude ftellen om het
E$- 'pm £. i 1
1 !
waaraan Kapitein cook een einde maakte zoo oog over de water • haalers en de andere werklief|
É I j dra hij zulks met voeglijkheid doen kon, verlie- den, die aan wal moeflen zijn, te houden en hen
f l ten wij de Mora i, na enige ftukjens ijzer en ah- te befchermen. Toen wij bezig waren eene plaats je™ L dere beuzelingen onder het - volk uitgedeeld te in het midden van het dorp opteneemen, die tot .
|t<; i j 1 1 hebben, waarmede zij ten hoogflen in hun’ fchik dat oogmerk zeer wel gelegen was, bood ons pv? B S $3 U fcheenen. De mannen met de roeden geleidden pareea, die altijd gereed was om zijne macht
v *•■'
pEjf?ö$ en zijnen goeden wil te toonen, aan enige hui- II |i I ons • naar de floepen., dezelfde woorden fpreeken- BHpÉ*r
de als te vooren. Het volk gong wederom weg., zen aftebreeken, die ons in onze waarneeming in
Pt
I I
1
Ié
I|lr 1!
1 1
J j
| | I
JË. 1
eij
,
1 1 Z0U~ 1
1 1
lI I
; f l j
iy |1 iI
ü ( 1
Ü J n - --------- --------- ^é . ____________________________________________J