
waarmede de bodems beflagen waren, uittehaa-
len, dat zij zeer behendig deeden door middel
van een kort flokjen met een vuurfleen aan hec
eind» Om dit te doeti ophouden* dat voor de
fcbepen zelve gevaarlijk was* fchooten wij in het
eerst met hagel op de dieven, maar zij ontwee-
ken onze fchooten gemaklijk door onder den bodem
van het fchip te duiken. Het wierd derbal-
ven nodig bevonden een voorbeeld te Hellen doof
eenen van hun aan boord van de Ontdekking te
laaten bridzen.
Omtrent deezen tijd vertrok een groot gezel-
fchap heeren van beiden de fchepen op eenen togt
het land in, met oogmerk om deszeifsmatuurlijke
Voortbrengzelen te onderzoeken. Van dit reisjen
zal in het vervolg verflag gedaan worden; thans
moet ik alleen aanmerken dat het kaöo wederom
op nieuw gelegenheid gaf om zijne zorgvuldigheid
en edelmoedigheid te toonen; Want
zoo dra hij van hun vertrek ondefrigt was, zond
hij hun eenen grooten . voorraad van levensmiddelen
agter na, en gaf bevelen uit dat de bewooners
van het land, dat zij zouden doortrekken, hun
alle hulp zouden bewijzen, die in hun vermogen
was. En, om niets aan de kieschheid en belangloosheid
van zijn gedrag te doen ontbreeken, kon
het volk, dat hij daar toe gebruikte, zelfs niet
overgehaald worden om het minfle gefchenk aan-
teneemen. Onze officiers keerden * na zes dagen
uit
üit geweest te zijn, terug, zonder in Haat geweest
te zijn meer dan twintig Engelfche mijlen
diep in het eiland in te dringen, gedeeltelijk uit
gebrek aan bekwaame gidfen , en gedeeltelijk doof
de ontoeganglijkheid van het land. -
Naardien de kop van het roer vande Refolutie bevonden
wierd zeer los, en de meefie pennen of lo s ,
of gebrooken te zijn, wierd het roer afgehangen
en op den zeven en twintigflen in den morgen aan
land gebragt om volkoomen herfleld te worden.
Te. zelfden tijd wierden de timmerlieden het land
in gezonden, onder geleide van enige van k a o o s
volk, om planken te zaagen voor het hek-werk,
dat ook geheel vervallen en verrot was.
Den agt en twintigflen gaf Capitein c l e r k e ,
wiens flegte Haat van gezondheid hem noodzaakte
den meeflen tijd aan boord te blijven, t e r r e e o -
b oo zijn eerfle bezoek in zijne hut aan land*
Hij wierd met dezelfde plechtigheden ontvangen,
die men omtrent Kapitein coo k had in acht ge-
noomen, en, toen hij heen gong, ontvong hij,
fchoon zijn bezoek geheel onverwagt was, een
gefchenk van dertig groote varkens en zoo veele
vrugten en wortelen als voor zijn volk voor eene
geheele week genoeg was*
Alzoo wij nog niets van hunne fpelen en wor-
ftel-oefeningen gezien hadden, onthaalden de inboorlingen
ons, op verzoek van enige onzer officieren
, deezen avond op een vuist*gevegt^
Schoon