
polijst, en neemt trapswijze in dikte toe van het
ondereind af tot omtrent een’ halven voet van de
punt, die dan in eens in eene punt uitloopt en van
vier of zes reien weêrhaaken voorzien is. Het is
niet onwaarfchijnlijk dat deeze op de wijze van
werpfpietfen kunnen gebruikt worden. De andere
foort, met welke wij de oorlogs * lieden te
Owhyhee en Atooi meest gewapend zagen, zijn
twaalf of vijftien voeten lang, en zijn niet met
weerhaaken bezet, maar eindigen naar de punt
als hunne ponjaarden..
De ponjaard of pahoocth is van zwaar zwart
hout gemaakt, naar ebbenhout gelijkende. Des-
zelfs lengte is van een’ tot twee voeten, met een
touw, door het hahdvatzél gaande * om dênzelven
aan den arm tè hangen. Voor deszelfs gedaante
moet ik den leezer tot PI. CXXIV** 6 ver*
wijzen.
De knodfen worden onverfchillig van verfchil-
lende foorten van hout gemaakt. Zij zijn ruuw
gewerkt en van verfcheidenerleie gedaanten en
grootten.
De flingers hebben niets zonderlings, en ver-
fchillen niet van de gewoone flingeri, beha!ven
dat de fteen öp een ftukjen mat, in plaats Van
ieder, ligt.
P 4 AGT?