wierd terftond door de eilanders geplonderd, en
■ ware p a r e e a niet bij tijds tusfehen beiden ge-
koomen, die van den flag fcheen bekoomen te
zijn en denzelven ook aanftonds vergeeten fcheen
te hebben, zou zij weldra geheel vernield zijn
geworden. Het volk weggedreven hebbende, deed
hij den onzen tekenen dat zij van de pinas bezit
konden koomen neemen, en dat hij tragten zoude
hetgeen ?er uit genooraen was terug te krijgen/
Na hun vertrek volgde hij hen in zijne kano, met
de muts van een’ kadet, en enige andere geringe
dingen, die geplonderd waren, en vroeg met
veel fcbijnbaare droefheid over hetgeen gebeurd
was, of de Orono hem dooden zoude, en of hij
hem wel toe zoude laaten den volgenden dag aan
boord te koomen? Toen men hem verzeekerde
dat hij wel zoude ontvangen worden, drukte hij
neuzen met de officiers gelijk hunne gewoonte
is ) ten teken van vriendfchap, en roeide over.
naar het dorp Kowrowa ( * ) .
Toen
( f ) D.e Heer s a m w e l l noeint dit dprp Kavaroahi
hetzelfde onderfcheid vindt men in andere naamen, wederom
een blijk hoe onnaauwkeurig de woorden gefchre*
ven wordeD, die men uit eene vreemde taal naar het geluid
Wil ortekenen. Karakakooa noemt hij Ke, rag, e , goo,
a hi Terreeoboe noemt hij Kat-iopoo; Kaneccabareea noemt
l|ij Kaneekapo - heroi , Maiha maiha noemt hij Ka • mea?
Wta. VER TABLES;. r
Toen Kapitein cook kennis kreeg van hetgeen
gebeurd was, ( * ) toonde hij ’er veel verdriet
over, en, terwijl wij naar boord voeren, zei-
de hij: Ik vrees dat dit volk mij nog za l nood-
zaaken geweldige maatregelen te neemen; want,
voegde hij ’er bij, men moet hen niet laaten ge-
hoven dat z ij voordeel op ons verkregen hebben.
Naardien het egter te laat was om deezen avond
nog maatregelen te neemen , vergenoegde hij zig
met bevel te geeven dat alle mannen en vrouwen
onmiddelijk uit het fchip zouden gezet worden.
Zoo dra dit bevel ter uitvoer wasgebragt, keerde
ik naar den wal, en, alzoo ons voorig vertrouwen
op de inboorlingen door de gebeurtenisfen
f Onder het hevigst van dit gefchil, vertrok een Op-,
perhoofd, dat altoos met de Engelfchen in zeer goede
vriendfchap geftaan had, van de plaats daar het voorviel
en voer naar de Ontdekking om een zeer groot varken te»
koop te veilen, voor welk hij een pahooa o f dolk van
eene ongewoone lengte begeerde. Hij wees dat hij eenen
wilde hebben zoo lang als zijn arm. Kapitein c l er. r e ,
geenen van die lengte hebbende, zeide hem dat hij er tegens
den volgenden morgen eenen zoa laaten maalten.
Het Opperhoofd, daar mede voldaan, vertrok en liet zijn
varken agter. Het is opmerklijk dat de eilanders reeds
voor het vertrek der fchepen geduurig naar dolken gevraagd
hadden, alzoo zij nu bijlen en ander gereedfchap genoeg
fcheeneu te hebben. Dus geeft men ruuwen menfcheïi
wapenen, die zij o f tegens elkaaderen o f tegens ons gebruiken.
v e r t a Al e r .