
 
		Gedmjrende  het  overige  van  deezen nacht hoorden  
 wij  hetzelfde  luid  gehuil  en gejammer  als  itS  
 den  voorigen.  Vroeg  in  den  morgen ontvongeii  
 wij  wederom  een  bezoek  van  koah.  Ik  moet  
 bekennen  dat  ik  een  weinig verftoord was  te  zien  
 dat  men,  ondanks  de  klaarfte  blijken  van  bedrog  
 in  zijn  gedrag *  en  het Heilig getuigenis van  onze  
 vrienden  de  priefters,  hem  nog  toeliet  dezelfde  
 verraaderlijke  rol  te  blijven  fpeelen  en  ons  ten  
 minften den fchijn  gaf van  ons door zijne geveinsdheid  
 te  laaten  blinddoeken.  Onze  toeftand  was  
 indedaad  ten  uiterften  liegt  en  beloofde  niet  veel  
 goeds,  alzoo  geen  der  oogmerken,  om  welke  
 deeze  vreedelievende  handelwijze  was  gevolgd *  
 daar  door  in  het  minst was bevorderd geworden*  
 Daar  was  nog  geen  voldoende  antwoord  op  onze  
 vraagen  gegeeven;  wij  fcheenen nog in  het geheel  
 niet  gevorderd  te  zijn  tot eene  verzoening  met  de  
 inwooners:  zij  bleeven  nog  in  menigte  op  het  
 ftrand,  als  o f  zij  vast  befloten  hadden  om  alle  
 pogingen,  welke  wij  zouden  mogen  doen  om  te  
 landen,  .e  wederftaan,  en  egter  was  deeze poo-  
 ging  volftrekt  noodzaaklijk  geworden,  naardien  
 hec  inneemen  .van  eenen  verderen  voorraad  van  
 water  niet  langer  uitftel  kon  lijden. 
 Ik  moet  egter  ten  voordeele  van  het  gedrag  
 van  Kapitein  c l e r k e   aanmerken  dat  het,  uit  
 het  groot  aantal  der  inboorlingen,  en  uit  de  
 kloekmoedigheid,  waarmede  zij  ons fcheerlen after 
 téwagten,  waarfchijnlijk  was  dat  een  aanval niet  
 zonder  enig  gevaar gefchieden  kon de,  en  dat  het  
 verlies  van  Hechts  zeer  weinige  van  onze  man-  
 fchappevs,  voor  ons,  geduurende  het  overige van  
 onze reis,  zeer  gevoelig  zoude geweest  zijn,  daar  
 het  uitftellen  van  de  uitvoering  van  onze  bedreigingen  
 ,  fchoon  het aan  den  eenen  kant hun  denkbeeld  
 van  onze  dapperheid  verminderde,  aan den  
 anderen  kant  die  uitwerking had dat  zij  uit  elkan-  
 deren  gingen;  want  deeze dag,  omtrent  den middag, 
   bevindende  dat  wij  in  onze  werkloosheid  
 volhardden,  trokken  groote  troepen,  na  op  
 hunne  hoornen  geblaazen,  en  alie  andere  wijzen  
 van  uicdaaging  gebruikt  te  hebben,  over  de  
 bergen  weg,  en  kwamen  nooit  weder  te  voor-  
 fchijn.  Zij  die  bleeven  waren  egter  niet minder  
 Hout  en  onbefchoft.  Een  hunner  had  de  vermetelheid  
 om  binnen  eene  fnaphaan-fchoot  voor den  
 boeg  van  het  fchip  te  koomen,  en,  na  verfchei-  
 den  fteenen  naar  ons geflingerd  te  hebben,  zwaaide  
 hij  Kapitein  cooks  hoed  over  zijn  hoofd,  
 terwijl  zijne  landslieden aan  land  hunne blijdfchap  
 betoonden  en  zijne  lloutheid  toejuichten.  Ons  
 volk  geraakte,  op  deeze  belediging,  geheel  in  
 vuur,  en,  alle op  het half- dek koomende,  fmeek-  
 ten  zij  dat zij  niet  langer mogten genoodzaakt worden  
 deeze  herhaalde  tergingen  te dulden,  en  ver-  
 zogten mij van Kapitein  c l e r k e   voor hun  verlof  
 te  veizoeken  om  van  de  eerlle  goede  gelegenheid 
 ge*