$6 \Febr. 1779.] R E Ï Z E na a r d e *?
dwaaling de noodlom'gfte gevolgen kan hebben.
O f nu deeze onze gisfiogen waar of valsch waren
, de zaaken hadden haaren gewoonen vreed-
zaamen loop, tot den dertienden in den agter-
middag.
, Tegens den avond van dien dag kwam de offi-
c\er» bet volk, dat voor de Ontdekking wa-
ter haalde, geleidde, mij berichten dat’er bij dè
bron aan 11 rand verfcheiden Opperhoofden bij
malkanderen gekoomen waren, en de inboorlingen
, die hij gehuurd had om de matroozen
te helpen de vaten naar het llrand te rollen,
hadden weggejaagd. Hij zeide mij tegelijk dat
hun gedrag hem zeer verdagt voorkwam en
dat hij meende dat zi} voorneemens waren hem
»og verder te moeijen: Ik gaf hem dan op
zijn verzoek eenen foldaat mede, maar Hond
hem alleen toe zijn zijdgeweer mede te nee-
men. De officier kwam kort daarop terug en
-berichtte mij dat de eilanders zig met lleenen
gewapend hadden, en zeer onftuimig geworden
waren, waarop ik ze lf naar de plaats gong, van
eenen foldaat met zijn fnaphaan verzeld. Ons«
ziende naderen wierpen zij hunne lleenen weg,
en, toen ik enige van de Opperhoofden had
aangelprooken, wierd het gemeen weggedreven
en hun? die zulks verkoozen, wierd toegelaa-
tén aan. het vullen van dé yaten te helpen.
De ajaaken hier vreedzaam gelaaten hebbende,