
 
		zints  ontrusten  moest,  zijn  egter  het  onverdagc  
 gedrag  van  t e r r e e o b o o ,  die,  bij  zijne  on-  
 derftelde  terugkomst den  volgenden  morgen,  Kapitein  
 cook  onmiddelijk  kwam  bezoeken,  en  
 de  daarop  gevolgde  terugkeering  van  de  inboorlingen  
 tot  hunnen  vriendfqhaplijken  omgang  met  
 ons,   fterke  bewijzen  dat  zij  geene  verandering  
 van gedrag bedoelden  noch vreesden  (*_). 
 Tot 
 ( * )   De  Heer  s a m w e l l   heeft  ïti  hun  gedrag  niets  
 kunnen  bewerken  dat  hem  zoude  hebben  kunnen  doen  denken  
 dat  zij  te  onvreden  warén  over  de  terugkomst  der;  
 fchepen.  Na  ons  vertrek,  zegt  h i j>  waren  alle  degee-  
 n e ,  die  in  andere  ftreeken  van  het  eiland  woonden,  naar  
 hunne  wooningen  terug  gekeerd,  en  daar  moest  eerst  
 van  alle  die  plaatfen  volk  koomen,  wilden  wij  ons  van  
 eené  zoo  groote  menigte  omringd  zien  als  te  vooren.  
 De  Heer  s a m w e l l   begaf  zig  in  den  agterraiddag  na  dat  
 de  fchepen  de  ankers  hadden  laaten  vallen,  alleen  eene  
 Engelfche  mijl  het  land  in ,  om  eenen  inboorling  te  bezoek 
 en,  die  zijn  vriend  was  en  die  weinige  dagen  te  vooren  
 twintig  Engelfche  mijlen  met  eène  kano  had  afgelegd  om  
 hem  nog  eens  te  koomen  zien-  Alzoo  hij  even  voor  den  
 (lom   van  dé  fchepen  was  vertrokken,  gevoelde  hij  enige  
 bekommering  omtrent  zijn  lo t,  maar  hij  vondt  hem  behouden  
 en  w e l,  fchoon  hij  veel  moeite  gehad  had  om  dé  
 kust  te  bereiken.  Hij  bemerkte  geene  verandering  in  de  
 gevoelens  en  het  gedrag  van  deezen  en  andere inboorlingen.  
 Integendeel  fcheen  de  edelmoedige  goedwilligheid,  welke  
 zij  altijd  hadden  laaten  blijken,  in  hun  hart  op  nieuw  op gewekt  
 en  vertoonde  zig  ook  in  alle  hunne  daaden.  De 
 ia* 
 Tot  onderfteuning  van  dit;  gevoelen  moet  ik  
 t*4er  gewag  maaken  van  een  diergelijk  geval»  
 dat  ons  bij ons  eerfte  bezoek ,  daags  voor  de aankomst  
 van  den  Koning,  gebeurd  was.  Een  in*  
 èoorling  had  aan  boord  van  de Refolutie  een  varken  
 verkogt  en  den  bedongen  prijs aangenooiöen,  
 wanneer  p a r e e a ,  die  daar  voorbij  kwam,  den  
 man  raadde  het  varken  niet  overtegeeven  danvoor  
 eenen  hoogeren  prijs.  Hij  wierd  hierover  
 fcherplijk  onderhouden  en  weggejaagd;,  en  alzoo  
 de  baai  kort daarop  opder  de  taboo  gelegd wierd,  
 hadden  wij  in  bet  eerst  geen’  twijfel,  o f dit ge-  
 fchiedde  in  gevolge  van'  den  hoon,  het  Opperhoofd  
 aangedaan.  Beiden  -deeze  gevallen  dienen  
 om  te  toonen  hoe  moeijelijk  het  is  een  zeeker  
 befluit  te  trekken  u it:de  daaden  van  een  volk,  
 met  welks  gewoonten  zoo  wel  als  taal  men  
 zoo  onvolkoomen  bekend  is ;  men  kan  ’er  tegelijk  
 enig  denkbeeld uit  vormen  van  de moeijelijk-  
 heden,  misfchien  in  den  eerften  opflag  niet  zoo  
 zeer  in  het  oog  loopende,  welke  zij  ontmoeten, 
   die,  in  alle  hunne  onderhandelingen  met  
 , deeze  vreemdelingen,  hunne  koers  door zoo veele  
 onzeekerheden  moeten  ftpuren,  d^ar  eene  kleine 
 dwaafaheoy  
 waar  onder  de  baai  gelegd  wierd,  is  eene  foort  van  
 plechtigheid,  diè  vereischt  fcheen  te  worden  voor  de  Ko.  
 2?ipg  zijn  eerfle  bezoek  aan  Kapitein  c o o k   deed, 
 VSRTAAUIU;