
 
		ken,  zijn  zij,  over  hej  algemeen,  zeer  aan  builen  
 en  zweeren  onderworpen,  dat  wij  toefchree-  
 ven  aan  de  groote  hoeveelheid  zout,  die  zij  bij  
 hun  vleesch  en  visch  eeten.  De  Erees  zijn  vrij  
 van  deeze  ongemakken,  maar  veele  van  hun  lijden  
 nog  vreeslijker  kwaaien van  het  onmaatig gebruik  
 van  de  ava.  D ie ,  welke  het  meest’er  
 door  aangedaan  waren,  hadden  hun  lighaam met  
 een  wit  fchurft  bedekt,  hunne  oogen  rood  en  
 ontftooken,  hunne  ledenmaaten  uitgeteerd,  hun  
 gamfche  lighaam  beevende  en  lam,  verzeld  van  
 eene  onmagt  om  het  hoofd  opteligten.  Schoon  
 deeze drank het  leven niet  algemeen  fchijnt  te verkorten, 
   gelijk  ons  blijkbaar was  aan  t e r r e e o -  
 b o o ,  KA00  en  enige  andere Opperhoofden,  die  
 zeer  oude  lieden  waren,  veroorzaakt  het  altoos  
 eenen  vroegen  en  zieklijken  ouderdom.  Het  is  
 gelukkig  dat  het  gebruik  van hetzelve  een van  de  
 bijzondere  voorrechten  van  de  Opperhoofden  is.  
 De  jonge  zoon  van  t e r r e e o b o o ,  die omtrent  
 twaalf jaaren oud was,  was  gewoon  zig  te beroemen  
 dat  hem  toegelaaten  wierd  ava  te drinken,  
 en  toonde  ons  met  groote  vreugd  eene  kleine  
 plek  in  zijne  zijde,  die  reeds  fchubachtig begon  
 te worden  ( * ) . 
 Daar 
 D i t ,   h o e   z o n d e r l in g   h e t   in   d e n   e e r f t e a   o p f la g   o o k   
 v o o r k o o m e ,   f t r i jd t   e g t e r   n ie t   m e t  h e t   a lg em e e n   k a ra k te r  d e r   
 m e n fch e n .  G e e n   d in g   z o o   l a a g ,   z o o   f c h a d e l i jk   o f  o n g e r ijm d 
 o f 
 Daar  is  iets  zeer  zonderlings  in  de  gefchiede-  
 *is  van  dit  verderflijk  goed.  Toen  Kapitein  
 fcooK  eerst  de  Sociëteit - Eilanden  bezógt,  was  
 het  aldaar  zeer  weinig  bekend.  Op  zijnen  
 tweeden  togt  vond  hij  het  zeeft  fterk  in  gebruik  
 op  UUetea)  maar  op  Otahiti  had  het nog maar  
 weinig  veld  gewonnen.  Toen  wij  laatst  aldaar  
 waren,  gong  de  vreeslijke  verwoefting,  die het  
 gemaakt  had,  alle  geloof  te  boven,  zoo  dat de  
 Kapitein  veele  van  zijne  vrienden naauwlijks  herkende. 
   Op  de  Vrienden ■‘Eilanden  drinken  de  
 Opperhoofden  ’er  ook aanhoudend van,  maar  zöó  
 Ïlerk met water  verlengd, dat  het geene flegte uitwerkzelen  
 fchijnt  voorttebrengen.  Op  Atooi  
 wordt  het ook  zeer  maatig  gebruikt,  én  daardoor  
 zijn  de  Opperhoofden  van  dat  eiland  een  veel  
 fraaier Hel van menfchen dan op een  van de nabuu-  
 rige  eilanden.  Wij  merkten  op  dat,  als men  het  
 gebruik  van  dien  wortel  naliet,  de  fchadelijke  
 uitwerkingen  van  denzelven  in  kort verdweenen*  
 Onze  goede vrienden  k a i r e e Re e a   en  de  oudé  
 k a 00  wierden  door  ons  overgehaald  om ’er zig  
 van  te  onthouden,  en  zij  herftelden  verbaazend 
 gio 
 f   d e   i e d e le   h o o gm o e d   d e r   G r o o t e n ,   in   a l le   la n d e n   d a a r   
 b e v o o r r e c h t e   H and en  z i j n ,   z a l   ’ e r   z i g   o p   v e r h o v a e r d i g e a ,   
 a ls   h e t   m a a r   to t   e e n   v a s t   e n   d o o r g a a n d   v o o r r e c h t   y a n   
 h u n n en   ra n g   g em a a k t   is . 
 V S & T A A L E K t 
 XII.  Deel. N