
 
		onder  het  volk  van  de  twee  fchepen  verdeeld,  en  
 elk  man  ,  die  tobak  rookte  of  kaauwde  ,  kreeg  
 drie  ponden  ,  en  die  dezelve  niet  gebruikte  een  
 pond. 
 Ik  heb  reeds  gezegd  dat  de  Major  b e h m   het  
 bevel over Kamtfchatka  had nedergelegd  en  voor-  
 neemens  was  binnen  kort  naar  Petersburg  te  
 vertrekken  ;  hij  bood  ons  aan  de  brieven,  die  
 wij  hem  zouden  willen  toevertrouwen,  mede  te  
 neemen.  Dit.  was  eene  gelegenheid  die  niet  te  
 verzuimen  was,  waarom  Kapitein  c l e r k e   hem  
 zeide  dat  hij  de  vrijheid  zoude  neemen  enige papieren, 
   betreklijk  tot  onze  reis,  met  hem  af  te  
 zenden,  welke  aan  onzen  Afgezant  aan  het  Hof  
 van  Rusland  zouden  moeten  afgegeeven  worden.  
 In  het  eerst  waren  wij  voorneemens  Hechts  een  
 klein  dagregister van  onze  verrigtingen  te  zenden,  
 maar  Kapitein  c l e r k e   begreep  naderhand  dat  
 het  geheel  verflag  van  onze  ontdekkingen  veilig  
 kon  worden  toevertrouwd  aan  iemand,  die  zulke  
 treffende  blijken  van  zijne  burgerlijke  en  bijzondere  
 deugden  gegeeven had,  en  overweegende  dat  
 ons  nog  een  zeer  gevaarlijk  gedeelte  van  de  reis  
 te  onderneemen Hond,  bedoot hij  het  geheel  dagregister  
 van  wijlen  onzen  bevelhebber  met  hem  
 af  te  zenden  ,  met  dat  gedeelte  van  zijn  eigen,  
 het  tijdperk bevattende van Kapitein c o o k s  dood  
 tot  onze  aankomst  te  Kamtfchatka  ,  benevens  
 eene  kaart van  alle  onze  ontdekkingen.  De Heer 
 BAYBAYLY  
 eh  ik  vonden  ook  goed  een  algemeen  
 verflag  van  onze  verrigtingen  aan  het  Lengte-  
 comptoir  tè  zenden,  door  welke  voorzorgen  de  
 Admiraliteit,  zoo  ons  enig  ongeluk mogt  bejegenen  
 ,  in  bezit zoude  geweest zijn  van  een  volledig  
 verflag  van  de  voornaamfte  gebeurtenisfen  van  
 onze  reis.  Daar  wierd  ook  befloten  dat  ’er  een  
 kleiner pak papieren  zoude  gezonden worden door  
 eenen  boodfchapper  van  Okotsk  ,  die  de  Major  
 zeide dat,  zoo  hij  gelukkig was  in  zijnen  overtogt  
 naar  die  haven,  tegens  December  te Petersburg  
 kon  zijn,  terwijl  hij  zelf ’er  in  Februarij  of Maart  
 zoude 'wezen. 
 Geduurende  de  drie  volgende  dagen  wierd  de  
 Major  beurtelings in  de  twee  fchepen  onthaald  op  
 de  beste  wijze *  die  ons mogelijk  was.  Den  vijf  
 en  twintigften  nam  hij  affcheid  van  ons en wierd  
 met  dertien  fchooten  begroet,  en  de  matroozen  
 gaven  hem,  op  hun eigen  verzoek,  drie  hoezees.  
 Den  volgenden morgen  deeden de Heer Webber  
 en  ik  hem,  enige mijlen de Awatska - Rivier  op*  
 uitgeleide,  daar wij  den Ruslifchen priester,  zijne  
 vrouw  en  kinderen  vonden^  die  ons  opwagteden  
 om  van  hunnen bevelhebber het laatst affcheid  te  
 neemen. 
 Het  was  bezwaarlijk  te  zeggen  o f  de  goede  
 priester  en  zijn  huisgezin  of wij  meest aangedaan  
 waren,  toen  wij  affcheid  van  den  Major  BE HM  
 namen.  Hoe  kort  onze kennis  ook geweest ware,  
 Y   a  had