
 
		gong  ik  naar  den  Kapitein  ,  dien  ik  met  de  
 pinas  aan'land  zag  koomen.  Ik  verhaalde  hem  
 wat  -er  zoo  even  gebeurd  was,  en  hij  beval  
 mij,  in  geval  zij  met  fteenen  begonnen  te  werpen, 
   of  onbefchofdheden  te  pleegen,  onmid-  
 delijk  op  de  daaders  met  een  kogel  te  fchie-  
 ten.  Ik  gaf  den  korporaal  dan  bevel  de  fchild-  
 wagten  hunne  geweeren  met  kogels  te  doen  
 laaden,  in  plaats  van  met  hagel. 
 Kort  na  dat  wij  aan  de  tenten  terug  gek00-  
 men  waren,  wierden  wij  ontrust  door  een  aanhoudend  
 musketten-vuur  van  de  Ontdekking,  
 hetwelk  wij  zagen  dat  op  eene  kano  gerigt was,  
 die  wij  in  grooten  haast naar  land  zagen roeijen ,   
 door  eene  van  onze  kleine  floepen  vervolgd wordende. 
   Wij beflooten  onmiddelijk  dat  het  vuuren  
 het  gevolg  was  van  den  eenen  of anderen  diefftal  
 en  Kapitein  cook  beval  mij  hem  te  volgen met  
 eenen  gewapenden  foldaat,  en  te  tragten  het volk  
 te  vatten,  als  zij  aan  land  kwamen.  Wij  liepen  
 dan  naar  de  plaats,  daar  wij  dagten  dat  de kano  
 ?opde  landen,  maar wij kwamen  te  laat,  hebbende  
 het  volk  dezelve  reeds  verlaaten  en  voor onze  
 aankomst  reeds  in  het  land  ontfnapt zijnde  (*_), 
 •  *’  Wij 
 ( * )   De  diefftal  beftond  in  eenen  nijptang  e»  fchaar van  
 den  wapen-fmit,  waarmede  de  dief in  zee  was  gefprongen.  
 Des  voormiddags  had  een  ander  ook  een’  nijptang  geftoö*  
 4en,  waarover,  ’mén  hem  geftrenglijk  gebrids  en uit  het 
 D   5   f c l i ip