
te meer, omdat het het laatfte is, dat de ftaat van
zijne gezondheid hem toeliet neder te fchrijven.
„ Het is nu onmogelijk in het minfte verder
,, Noordwaarts voort te ftevenen op deeze kust
,, (Amerika), en het is even onwaarfchijnlijk dat
„ deeze verbaazende klomp ijs fmelten zal in de
„ weinige zomer-weeken, die ’er nog van deezen
„ zomer overfchieten; maar het is te denken dat
„ het, gelijk het nu is, eene onoverkoomlijke
,, hinderpaal zal blijven tegens alle poogingen,
,, welke wij met mogelijkheid zouden kunnen
,, doen. Ik meen dan dat de beste flap, dien wij
„ doen kunnen voor den dienst, is de zee over
„ te fteeken naar de Afiatifche kust en te zien
„ of wij eene opening kunnen vinden, die ons
„ zal toelaaten verder Noordwaarts door te drin-
,, gen; zoo niet, dan te zien wat ’er meer op die
„ kust zal te doen zijn, daar ik hoop, maar mij
,, niet durf vleien, beter te zullen flaagen; want
„ de zee is nu zoo met ijs opgeftopt, dat ’er,
„ vrees ik , volilrekc niet door te koomen zal
„ zijn.”
4. 4* 4.
4» 4»
*
VIERV
IE R D E H O O F D S T U K .
Frugtïooze poogingen otn Noor d-Westw aar ts door
het ijs door te dringen. Gevaar, waarin de Ontdekking
geraakt. Walrus[en gedood. Nieuwe
hindernisfen van het ijs. Schade door de Ontdekking
geleden. Kapitein clerkes bejluit
om Zuidwaarts te ftevenen. Vreugde van het
fcheepsvolk daar over. Wij vaaren voorbij
Serdze Kamen. Wij keer en door Beerings-Straat
terug. Onderzoek van de uitgeflrektheid van
de Noord -Oost - Kust van Afia. Redenen om
müllers kaart van het Voorgebergte van de
Tschutski te verwerpen. Redenen om te geloo-
yen dat de Kusi zig niet tot verdere breedte uit-
ft rekt dan 70 i° N A 1 gemeene aanmerkingen
over de onmogelijkheid van eenen Noord-Ooster
of Noord-Wester doortogt van den Atlanüfchen
Oceaan in de Stille Zee te vinden. FerrelUkinst
van onze verrigtingen in de jaar en iffp'eq f 779,
Aanmerkingen over de zee en de kusten ten Noor -
den van Beerings-Straat. Wij vaaren voorbij
het eiland St. Laurens. Het eiland MednoU
Dood van Kapitein clerke. Kort bericht
van zijne verrigtingen in den zee-dienst.
T T . .
J-Vapitein clerke dan, om de redenen, in het
laatst van het voorgaand hoofdiluk opgegeeven«>