onderwerping aan zijn lot hun enigen troost. Het
was onmogelijk niet een meer dan gemeen medelijden
te gevoelen voor iemand , wiens leven
eene aanhoudende keten van de moeijelijkheden
en wederwaerdigheden geweest was, waaraan' het
beroep van zee-man onderworpen is, en onder
welke hij eindelijk bezweek. Hij was van zijne
vroegfte jeugd tot den zee-dienst opgebragt, en
was, geduurende den oorlog, die in het jaar 1756
begon , bij verfcheiden gevegten tegenswoordig
geweest, bijzonderlijk in dat tusfchen de Bellonct
en de Courageux, daar hij, in de bezaans-mast
geposteerd zijnde, met de mast over boord Hortte,
maar opgevischt wierd, zonder enig Ietzel ontvangen
te hebben. Hij was zee-kadet op de
Dalphyn, onder bevel van Kapitein b y r o n , op
haare eerde reize om de waereld, en diende nader*
hand in Amerika. In het jaar 1768 deed hij zijne
tweede reize om de waereld in de Onderneeming,
in den rang van onder-ftuurman, en door de bevordering
, welke op dien togt plaats greep,
kwam hij als luitenant t’huis. Zijne derde reize
om de waereld deed hij met de Refolutie, op
Wélke hij tot tweede luitenant aangefleld was, en
kort na zijne terugkomst in 1775, wierd hij tot
den rang van Kapitein in ’s Konings dienst bevorderd.
Toen ’er bevel kwam om fchepen tot
deezen togt uit te rusten, wierd hij op de Ontdekking
geplaatst, om Kapitein c o o k te verzelm
mmmmw. m sm m
zeilen, en volgde hem, na zijnen dood, gelijk
reeds verhaald is, in het opperbevel op.
Ik zou zijne nagedagtenis groot onrecht doen,
zoo ik verzweeg dat hij , geduurende den korten
tijd dien de fchepen onder zijn bevel waren,
zeer ijverig en bezorgd voor het wel flaagen van
den togt was. Zijne gezondheid begon , omtrent
den tijd toen het opperbevel op hem verviel
, zeer fnel af te neemen , en was in alle
opzigten te zwak om de onguurheid van eene
hooge Noordlijke luchtftreek door te Haan; maar
de kracht en werkzaamheid zijner ziel waren
geenzints verminderd door de verzwakking van
zijn lighaam, en fchoon hij wist dat hij, door
zijne wederkeering naar eene warmer hemelflreek
uit te Hellen, de eehigHe kans, die ’er nog voor
zijn herflel overfchoot, opgaf, bleef hij egter,
ten uiterHen zorgvuldig en naijverig dat nooit de
overweeging van zijnen eigen toeHand zijn oor-
deel ten nadeel van den dienst zoude belemmeren,
in het zoeken naar .eenen doortogt volharden,
tot alle de officieren in beiden de fchepen
overtuigd waren dat die niet ter uitvoer te brengen
w^s , en dat alle verdere pogingen niet alleen
vrugtloos, maar zelfs gevaarlijk zouden
wezen.
EIN D E VAN HET TWA A L FD E DEEL.