
 
		zuiveren  grond  in  de  Karakakooa-Baai,  en  terwijl  
 wij  voor  Oneeheow  ten  anker Jagen,  dat  wij  
 genoodzaakt  waren  ’er  veertig  vademen  af te  korten, 
   en  een  groot  gedeelte  van  ons  volk  wierd  
 door  den  bootsman  bezig  gehouden  om  dat eind,  
 met  ander  oud  touw-werk,   tot  garen  te  fpinnen  
 en  het  tot  verfchillend  gebruik  te  bezigen.  Het  
 luchten  van  de  zeilen  en  andere  fcheeps-behoeften, 
   die,  door  het  lekken  van  de  verdekken  en  
 boorden  van  de  fchepen,  aanhoudend  blootgefleld  
 waren  om  nat  te  worden,  was  nu  een  geduurig  
 zoo  wel  als  een  werklijk  en  lastig  gedeelte  van  
 onzen  dienst  geworden. 
 Behalven  deeze  zorgen,  die Hechts  tot  de  fche-  
 pen  betrekking hadden,  waren  ’er nog andere,  die  
 het  behouden  van  de  gezondheid  van  het  volk  tot  
 onderwerp  hadden,  en  welke  een  groot gedeelte  
 van ons volk  eene geduurige  bezigheid verfchaften,  
 De  ftaande  bevelen,  door  Kapitein  cook  in*  
 gefield,  van  het luchten  van  de  kooien,  het plaatsen  
 van  vuur  tusfchen'deks,  het  wasfchen  van  dezelve  
 met azijn,  en  het  berooken  van  dezelve mee  
 buskruid,  wierden  onafgebrooken  in  acht  ge-  
 noomen.  Reeds  enigen  tijd  geleden  was  het  lappen  
 van  de  oude  wambuizen  der  matroozen  een  
 moeijelijk  en  gewigtig  artijkel  van  den  dienst  geworden. 
   Het  zal mogelijk nodig  zijn  degeene,  die  
 onbekend  zijn  met  den  aart en  de  hebbelijkheden  
 van  zee-lieden  te  zeggen  dat zij  in oorlogs-fchepen 
 zoo 
 zoo  gewoon  zijn  in  de  zorg  voor  zigzelve  door  
 hunne  officieren  geleid  te worden,  dat  zij  tot  het  
 denkbeeld  van  vooruitzigt  verliezen  en  de  achtloosheid  
 van  kinderen  aanneemen.  Ik  ben  ver*  
 zeekerd  dat,  zo©  onze  matroozen  aan  zigzelven  
 alleen waren overgelaaten  geweest,  wij  al  het  volk  
 naakt  zouden  gehad  hebben,  eer  de  reis half vol-  
 bragt  was.  Het  was  natuurlijk  te  verwagten  dat  
 hunne  ondervinding  geduurende  onze  reis  naar  hee  
 Noorden  in  het  voorgaand  jaar,  hen  de  nood-  
 zaaklijkheid  zoude  hebben  doen  gevoelen  van  op  
 deeze  dingen  enige acht  te  flaan;  doch,  zoo  zulke  
 gedagten  hpn  ooit  te  binnen  kwamen,  was  de  in»  
 druk  zoo  voorbijgaande  ,  dat,  toen  wij  weder  
 binnen  de  keerkringen  keerden  ,  hunne  bonte  
 wambuizen  en  het  overige  van  hunne  klederen  
 voor  koude  landen  over  het  verdek gefchopt wierden  
 als  dingen  van  geene  waerde,  fchoon  het in  
 beiden  de  fchepen  algemeen  bekend  was  dat  wij  
 nog  eene  tweede  reis  naar  de  pool  zouden  doen,  
 £ij  wierden  dan  door  de  officieren  opgeraapt,  in  
 kisten  gepakt  en  thans  aan  de  eigenaars  terug-  
 gegeeven. 
 In  den  agtermiddag  zagen  wij  enige  planken  
 van  de  huid  van  het  fchip  in  het  water  drijven j  
 wij  bevonden  bij  onderzoek  dat  ’er  twaalf o f veer*  
 tien  voeten  van  de  buitenfle  planken  van  onder  
 den  boeg  aan  bakboord  waren  afgefpoeld  ,  daar  
 wij  gisten  clac  het  lek  geweest  was,  dat,  zedert 
 ons