Ons volk hield enigen tijd een aanhoudend
Vuur uit de floepen gaande, die, geduurende dit.
geheel voorval niet verder dan vijf roeden van
land lagen, ten einde hunnen ongelukkigen ka-
meraaden, zoo ’er nog enige van hun in het leven
mogten zijn, gelegenheid te geeven om te,
ontkoomen. Deeze poogingen, gevoegd bij enige
kanon-fc.booten, die te zelfden tijd van de,
Qefolutie gevuurd wierden, de inboorlingen eindelijk
genoodzaakt hebbende de wijk te neemen,
roeide ’er eene kleine floep, met vijf van onze
jonge kadetten bemand, naar land, daar zij de,
lighaamen zonder enig teken van leven op den.
grond zagen liggen; doch het te gevaarlijk oor-
deelende met eene zoo kleine macht te ondernee-
men die weg te haaien, terwijl hun kruid en lood
ook bijna verfchooten was, keerden zij naar de *
fchepen terug, dezelve in de macht van de inboorlingen
laatende met tien flel wapenen: ( * ).
Zoo
wordt. De kanos en het algemeen voorkoomen van het.
volk zijn met de grootfte waarheid en. naauwkeurigbeid,
verbeeld.
( * ) De Heer s amwe l l verwijt deezen kadetten en,
den luitenant dat z ij, daar de inwöoners het ftrand vrij,
gglaaten hadden, dus laaghartiglijk de gefneuvelden in
handen der vijanden lieten, die zij zouden hebben kunnen
medeneemen. Deeze waren jonge lieden, maar de,
luitenant kon de verwijtingen van zijne fpitsbroederen
over deeze, laagheid niet ontgaan, v r r t a a l r r ..
Zoo haast de eerfté fchrik, welken de tijding
van dit ongeluk onder het volk van beiden de
fchepen verwekte, een weinig bedaard was, begon
men aan ons volk op de Mor ai te denken,
daar de masten en zeilen aan land waren, met
eene wagt van Hechts zes foldaatem Het is mij
ondoenlijk de ontroering mijner ziel terwijl dit
aan de andere zijde van de baai gebeurde te be-
fchrijven. Slechts eene kleine Engelfche mijl
van het dorp Kowrowa af zijnde, zagen wij duid-
lijk eenen grooten hoop volk bij een op de
plaats, daar Kapitein co ok even te vooren geland
was. Wij hoorden het vuuren met het klein
geweer en konden eene buitengewcone opfchud*
ding en beroering onder de menigte befpeurem
Daarop zagen wij de inboorlingen vlugten, de
floepen van land af fteeken, en, in groote ftilte,
tusfchen de fchepen heen en weder vaaren. Ik
moet bekennen dat mij mijn hart weldra ontzonk.
Daar een zoo dierbaar en waerdig leven in gevaar
was, was het onmogelijk niet bekommerd te
worden bij zulke ongewoone en dreigende om-
flandigheden. Doch, behalven dit, wist ik dat
een lang en onafgebrooken gelukkig gedrag in
zijne verrigtingen met de inboorlingen van deeze
zeeën den Kapitein eenen graad van vertrouwen
gegeeven had, die ik altijd vreesde dat hem, in
het een of ander ongelukkig tijdftip, de nodige
voorzorgen zoude doen veronachtzaamen , en au
F 4 zag