wederom opklaarende , ftuurden wij naar land*
verwagtende op Kamtfchatskoi Nofs aan te zuilen
houden, die wij ook den een en twintigften
met het aanbreeken van den dag in het gezigc
kreegen.
De Zuidlijke wind wierd kort daarop gevolgd
door een ligt koeltjen van het land waaiende, dat
ons belettede de kust digt genoeg te naderen om
derzelver voorkoomen te befchrijven, of derzel-
ver ftrekking naauwkeurig op te neemen. Op
den middag was onze Breedte bij waarneeming
550 52' en onze Lengte (uit eene vergelijking van
veele waarneemingen op de maan, omtrent dee-
zen tijd gedaan, met den tijd - wijzer opgemaakt)
163° 50', liggende de einden van het land N. W*
ten W. | W. en N. ten W. | W. het naaste omtrent
agt mijlen van ons. Des avonds ten negen
uuren, omtrent twee mijlen nader bij de kust ge-
koomen zijnde, vonden wij dat zij een vooruit-
fleekend fchiereiland vormde, dat zig omtrent
twaalf mijlen Noord en Zuid uitftrekte. Het is
vlak en van eene maatige hoogte, terwijl het
zuidlijk eind in eene laage fchuinsch afloopende
punt eindigt, en de punt naar het Noorden eene
fteile ftompe kaap vormt, en tusfchen deeze twèe
is, omtrent vier mijlen ten Zuiden van de Noord-
kaap, eene aanmerklijke afbreeking in het land.
Ter wederzijde van deeze afbreeking is het land
geheel laag, agter de opening rijst een aanmerk*
lijke berg als een zadel , en daar loopt eene keten
hooge bergen,- met fneeuw bedekt, langs het
agterfte gedeelte van het geheel fchiereiland.
Alzoo de kust in eene gelijke ftrekking voortloopt,
wisten wij volftrekt niet waar Kamtfchats-
Jzoi Nofs te plaatfen , die , volgens mul ler,
eene uitfteekende punt omtrent het midden van
het fchiereiland vormt, en die voorzeeker niet
beftaat; maar ik heb zedert bevonden dat op de
algemeene kaart, in het jaar 1776 door de Aka-
detnie te Petersburg uitgegeeven , deeze naatn
aan de zuidlijke Kaap gegeeven wordt. Zij wierd
door verfcheiden naauwkeurige waarneemingen
bevonden op 56° 3' Breedte en op 163° 20'
Lengte te liggen, zijnde het verfchil in Lengte
met de Rusfifche kaarten hetzelfde als te Kro-
notskoi Nofs. De afwijking van de kompas-naald
was op deezen tijd io° Oost. Ten Zuiden van
dit fchiereiland valt degroote rivier Kamtfchatka
in de zee. i
Alzoo het jaargetijde te verre gevorderd was
om de kust van Kamtfchatka naauwkeurig op te
neemen, was Kapitein clerke voorneemens,
in onze koers naar de Bcerings - Stra a t, voornamelijk
de liggingen van de uitfteekende punten
van de kust te bepaalen. Wij hamen derhalven onze
koers dwarseh over eene uicgeftrekte baai, tusfchen
Kamtfchatskoi Nofs en Olutorskoi Nofs ge-
plaats, met voorneemen om de laatfte te be-
Z 3 zei