Ï4.S B e s c h r y v i n o v a n
v il. wel in de eerfte als in de tweede, die dezelve®
Afdeel,^an S(. encj gefhipperd heeft, en de laatfte aaü
Hoofd- Zyden gulpswyze uitgehoekt, met de pun*
ten drietandig gevorkt; zo als de bynaam aan-
Varen» duidt. Ik heb Boom-Varen van Java en Cey*
Ion, dat mooglyk hier zoude t’huis te brengen
zyn, alzo de Bladen glad, effenrandig, naar
die van ’t Hertstong eenigszins gelyken.
TX. (9) Boom - Varen met Lancetvormig, driekwab-
Fotypo- gladde Bladen, dintn tri- 0 0
Drie- Hier voegt best de Af beelding-vaü dat zon*
Pl^cvni.derlirige Böom-Varen, ’t welk de meergemelds?*
*• de Sweedfche Heer T hünbe rg op het Gebergte
bezuiden Batavia gevonden, en ontdekt
heeft , tot dit Geflagt te Behooren. Fig.
1 , op dc nevensgaande Plaat, fielt myn E*
xemplaar in Afmeetingen tot dé'helft verkleind
vóór. Men ziet klaar , dat het één Blad is ,
in drie Kwabben gedeeld , en dus veel overeenkomst
hebbende met het Loof van het Ja-
vaanfch Gewas, ’t welk de Hoogleeraar N.
L. B ü rma n n o s onder den naamvan Ophio*
glosfum pedatum in Plaat gebragt heeft, doch
myn Exemplaar van ’ t zelve, daar ik bevoo-
* Zie rens van fprak*, toont genoegzaam, dat het
bladz. 45-daar van verfchillende zy. ,
II. Met
Csd Po'ypodhtm Frond. Lanceolato- trilobis , glabris,
Mihis.
I, E H A A I R p L A N T E N. 1 4 9
II. Met Vindeelig Lo o f , de Kwabbetjes A fdeel*
vereenigd hebbende. , hoofds
t u k .
(10) Boom-Varen met eenvoudig, drie of x .
vyfdeelig, Lancetvormig Loof; dat boven °P
de Frugtmaakingeu Wrattig is.
De byzondere eigenfchap , van de Bladen
aan de bovenzyde , op de Plekjes der Vrugt-
maakingen , met uitpuilende .Wratten of Puisten
bezet te hebben , zou deeze Soort genoegzaam
beftempelen , indien zulks altoos
plaats had. Maar uit de Afbeelding en be-
fchryving van B r e y n , welke zekerlyk het
zelfde Oostindifche Gewas bedoelt, is blyk-
baar, dat het Loof fomtyds zonder die Puisten
voorkome. Misfchien is het ’er alleen
op fommige tyden des Jaars mede bezet. Ook
vindt men ’er geen blyk van in de Afbeelding
van den ouden Heer B u r m a n n u s , onder
de Ceylonfe Planten, die ’t zelve noemt,
Boom-Varenpp verfcheide manieren verdeeld spitsen
flompbladig. Dit drukt de hoedanigheid
zeer
r ’jq) polypodium Frond. fimplicïbus trifidis quinquelo-
bisve Lanceolatis , fupra Fruftificationes Vermcofis.
Mant. 306. Polypodium vario modo divifum, acutum et
obtufum. Bdrm. Zeijl. 196. T. 86- Filix HemionitisPhy-
matodes. Pluk. Phijt. T. 404. f. 5 & 1* Polypodium
Scolopendria. Burm. Ft. lnd. p. 232. Polypodium Tndi-
eum Scolopendrix facie, Breyn. Cent. I. p. xgo. T. 98.
f. n ? > 3’ __ K 3