X. dat hetzelve van ’c woord fungor of ’t zelve
daar van afftamme ; ’t welk in een goede en
Hoorn- in een kwaade zin daar op toegepast kan wor-
*T“K' den (*>; alzo het dienfi: doen en fterven bete-
i im USt kent *. Het wordt op dergelyke Uitwasfen
van Spongieus Vleefch, aan ’t Menfchelyk
Lighaam, gelyk men weet, ook toegepast en
is bovendien grappig gebruikt geweest , om
Menfchen van een plomp Verftand, inzonderheid
een groot Hoord hebbende, te betekenen.
De Sponsachtigheid van deeze Gewas-
f r«wo-fen doet fommigeGezwellen, van dien a a r tf,
goß Fm~ met dergelyken naam beftempelen. De Fran-
fche, Champignon, fchynt van het groeijen op
’t Veld, Potiron van ’t gebruik , Morette van
de gedaante afkomftig te zyn. De Engelfchen
noemenze Mushroom o f Todeftole, dat is Pad-
defioel, gelyk wyze misfchien wegens de af-
fchuwlykheid, en Duivelsbrood, om het ge-
dagte gevaar heeten: maar de Duitfchers be-
grypenze, in ’t algemeen , onder den naam
van Schwamm de eetbaare door dien van Rei«
fcherty Breitlingen of Pfifferlingen, onderfchei-
dende. Ik fpréek niet van de byzondere Soorten,
welken zy door veelerley benaamingen
aanduiden» Wy noemenze ook Kampernoel•
fis ,
(*J> Dit myn denkbeeld vind ik met dat van den Pastoor
Sterbeek overeenkomftig, die het in een goede
zin neemt, voor fungi officio, op de Eetbaare pas lende.
» e r P a d d e s t o e l e n .
/wjdatmooglyk van ’t Franfche Champignon,
zo wel als ’ t Brabantfch woord Weifir , zyne i,
afkomft heeft. By de Italiaanen is nog het4r^ ° n**
woord Fongho in trein.
Dat men oudtyds, by de Romeinen , niet Gebruik,
minder werks maakte van deeze Gewasfen ,
om aangenaamheid by te zetten aan de Spy-
zen , dan in Vrankryk, Brabant en Duitfch-
landnog heden , is onbetwistbaar (*). Echter
waren ’er , die derzelver gebruik, wegens ’t
gevaar, geenszins goedkeurden f f ). Hoe kan
men zulk een vermaak fcheppen in ’t eeten
van een gevaarlyke Kost, z e g t P L iN iu s ,
die verhaalt, dat verfcheïde Huisgezinnen
en geheele Gaftmaalen , van voornaame Luiden
zelfs, ten zynen tyde daar door om ’ t leven
geraakt waren. Hy geeft nojgthans ver-
fcheide Middelen aan de hand, om zig voor
’t gevaar te hoeden; niet alleen in de uitkie-
zing beftaande, maar zelfs in het kooken, dat
best was met Salpeter en by Vleefch, als ook
Peeren daar op te eeten. Azyn pryst hy tot
verbetering van dezelven aan. Verfcheide
Middelen tegen de Vergiftigheid derzelven
heeft hy aangetekend, gelyk het Sap vau Kool,
van Kers, het Zaad vau Brandenetelen, enz.
Schoon
f*) Pratenfibus optima Fungis Natrora eft. Horatius.
f t ) Quae voluptas tanta ancipitis Cibi? Pu k . Rijt,
Nat. Libr. X X 11. Cap. 23-
Pp a
U. Daau XÏY. Swk.