VIT.
A ï DEEL.
111.
Hoofd*
STUK.
XXIV..
*4croßi-
chum Ebe-
neum.
Ebben*
houtig.
„ maar groen, en komt de Boomvarens, ia
„ manier van Vrugtmaakinge, zeer naby.” Dat
van Ba u h i n u s was een Voet hoog.
(24) Plak-Varen met gevind Loof; de Vinnen
xxv.
Furcatum•
Vorkig.
ongefteeld, langwerpig, uitgehoekt ; da
bovenfien zeer klein en effenrandig.
De zwarte Kleur , welke dit Westindifche
Varen , zo aan de Stengen die één of twee
Voeten hoog zyn, als aan de bovenfte Oppervlakte
der Bladen heeft, geeft ’er den bynaam
aan. Van onderen zyn dezelven geheel Sneeuwwit
, alwaar het Zaadflof of Poeijer dezelven
bekleedt. Het is op vogtige plaatfen van ’t
Eiland Jamaika, als cok op Martenique en
elders, zelfs in Brafil, waargenomen , en in,
de Europifche Tuinen overgebragt.
(25) Plak - Varen dat gegaffeld is, met gevinde
Bladen, de Vinnen evenwydig, Lancetvor.
mig, effenrandig , digt te [amen.
Ge-
(24) Acroftichum Frond. pintïatrS; Pinrris fesfilibus ob-
longis finuatis; fummis brevisfimis integerrimis. Sp. PlantV
N. 24. Am. Acad. I, p. 372. Filix non Ramofa minor
& minima, Caule nigro &c. Sloatï. ffam. 20. Hifi. I.
p. 92. T. 53- 1* Raj. Suppl. 83.
(55) Acroftichum dichotomum, Fol. pinnatis , Pinnis
parallel is, lanceolatis . approximatis, integerrimis. Sp.
Plant. N. 26. Filix furcata, Pinnalis longiusculis non
dentatis. Plüjvi» Amer. ,3. T- 20. Fit. 22. T. 28* Raj.
Suppl.
ü E H a a i r p l a n t e é t . 85
Gevorkt Varen met Taxis -Bladen heet dee- nFDYE1E'-l40
ze Soort by P e t i v e r , en P l u k en e t hl
jaoemtze Gegaffeld Varen van Jamaika, dat zeerST„£°FD'
Takkig is, met yle tweedeelige Vinnetjes als piak.
van het gewoone Wyfjes-Varen. De Vin-^Ä,m
blaadjes , naamelyk , zyn lang en fmal, niet
getand : zo dat dit Varen , wederom, eene
gantfth byzondere voorkoming heeft.
V. Met dubbeld gevind Loof.
(26) Plak - Varen met meervoudig verdeeld XXVI.
Loof, de Vinnen tweedeelig , de Stengen chumJicü.
gedoomd. leatmn.
ö liedoorna.
Met gedoornde Stengen hebben wy nog
geene Soort befchreeven; des ’er deeze te regt
den bynaam van voert. S loajne, die ze
in de Velden aan de Goudrivier, op Jamaika,
verzameld hadt, geeft ’er Kervelbladen aan:
anderen ’t Loof van Duivekervel, met de
Steeltjes en middelrib vol ftekeltjes»
(27)
Suppt. 96. Filix furcata Taxi foliis. P e t . Fit. 51. T, 5.
f. 4. Filix jamaicenfis dichotomus &c. Pluk. Alm. 156.
("26J Acroftichum Frond, fupradecompofitis, Pinnis bi-
fidis, Stip. aculeatis. Sp. Plant. N. 30. Filix ramofa
major Caule fpinofo &c. Sloatj. f f am. 23. Hift, I. p.
99. T. 61. Filix ramofa Jamaicenfis, Fupiaris foliis. Pluk.
Alm. 15,6.