Fort back ’er een Geflagt van gemaakt, on»
'der den naam van Corallwdes y als zweemende
naarde Koraalgewasfen, die in Zee groeijen.
De zelfftandigheid is, volgens Ha l l e r, die
’er wel agc Soorten van heeft, a!s Kaarsfmeer.
Ster beek zegt., dat menze in Duitfchland
noemt Ziegenbart of Ge'mbart, dat is, Geiten»
baard, in *i Latyn Barba Caprina. Anderen
noemden ze ook Hand- of Vinger - Kamper*
tioeljest wegens de Geftalte. Hy hadtze in Brabant
X.
Afdesl,
III.
Hoofdstuk.
Knods-
zwam.
tot vier Duimen hoog en grooter gevonden.
Zy komen in Bosfchen voor; doch de
Oudcrhoutige in Kelders en op- andere donkere
plaatfen » aan rottig Hout. De drie eerften
zyn in onze Provinciën » en de derde op Weid-
landen in Vriesland, door Meese, waargenomen;
de twee laatften, die kleiner vallen, in
Engeland, als ook in Sweeden , tusfchen ’t
Mos. De Kleur van eenigen is wit, van anderen
roodachtig VLeefchkleur, paarfchachtig
of Violet, ook Vuurkleurig of hoog geel, en
zwart, naar het verfehil der Soorten. Van
binnen hebben zy eenige Vezelen: men vindt
’er geen blyk van Zaad in; dan een Poeijer ,
door de Opperhuid verfpreid. De Karaalach~
iige behoort tot de kwaade Paddefteelenniet,
zo S terbeek aanmerkt, dié zegt, dat menzo
in Duitfchland zeer klein kapt en Balletjes
daar van maakt , even als de Fricadellen van
gehakt Vleefch. Hy hadt verfcheide Perfoonen
ge-
& K Ë iêSW 8 È Ê m
d e ' P a d d e s t o ï l e s . 66$
gefproken , die bekenden , dat zy dezelven ArD^;iu
aldaar dus menigmaal gegeten hadden. Men
telt ze ’er onder de befte Kampernoeljes, zoSTU®°ÏB?
H a l l e r aantekent.
L y c o ? e r d o n. Stüifzwam.
De overvloed vaneen zeer fyn Stof,’twelk
uit deeze Gewasfen, wanneer zy ryp zyn,
door drukking of van zelve met een geblaas
uitfpuic, heeft ’er den zonderlingen. Griek-
fchen naam, welkq Wolfsveest betekent, aan
doen geeven. Betaamelyker geeft men ’er
dien van Stuifzwamy om de zelfde reden, aan.
Zy hebben , in ’t algemeen, eene rondachtige
figuur, en beftaan meestendeels uit zekere
Rokken, die eene Holte befluiten, waar in
eerst een week of harder Vleefch huisvest,
het welke vervcdgens in Celletjes van één
fcheidt, die het gedagte Stof, 't welk men
denkt het Zaad te zyn , bevatten. In fom-
migen, evenwel, ook tot dit Geflagt betrokken,
vindt men ’t zelve niet, in anderen wordt
het niet uitgeworpen, gelyk in de twee eerfte
Soorten, die
H Vast van zelfftandighéid, zyn, onder-
aardfch, zonder Wortel.
( i V Stuifzwam , die Klootrond is , vast van !•
v J * ' 1C Lycoper-
ZG'j’ don Tuber»
Tartuffei.
(1} Lycoperdon globofum, folidum, muricatum, Ra-
T t 5
Si. Dm. XIV. Stuk.
1
■
u
mm
m