x. (5) Stekelzwam, die ongefteeld, bogtig gt'
A ïdeel. rimpeld en Wollig is»
Alle deeze hebben de hoofd -eigenfchap van
'V . dit Geflagt, naamelyk, dat zy van onderen
jjySnüm o " c' i j ï ZYn. JMLen vindtze in de Boslchen
Parajtti- v^ o J _
cuns. v-an Sweeden, uitgenomen de laatfte , die op
ge.ywasfl Boomen groeit en dus eene Wollige Boom»
^3* zwam uitmaakt. De eerfte komt , volgens
ü* ' H a l l e r ', in alle Bosfchen van Switzerland
voor, ook dikwils veelen by elkander en met
veele Hoofden. Dezelve is, volgens Michr-
Lius »eetbaar en bleek geel van Kleur, in Toskanen
; in Switzerland droog en broofch. De
Wollige, aan Sweeden en Lapland alleen, zo ’t
fchynt, bepaald , is Lederachtig zegt L in -
üjEUs , bruin of Afcfgraauw , en dus waar-
fchynlyk niet eetbaar , zo min als de Oorlepe-
Üge, een zeer klein Paddeftoeltje, hoedanig
B dxbaum uit de op den Grond leggende
Dennen Tappen gegroeid gezien heeft en afge
- - iioo ,1260. R. ÏMgdb. 519. Erinaceus parvus hirfutus ex
fusco fulvus. Mic h . Gen. 132. T. 72. f. 8. Fung. Érina-
eeus parvus. B uxb. Cent. I. T, 57. f. 1. Echinus Petiolo
gracili lateraii &c. Hall. uts. p. 149. S chjeïs. T 143.
G» ed. P- 74* N. 7>
(5} liydnwm acaule arcuato - rugofum komentofum. Sp.
Plant. N. 5- An Agaricum Squamofum album fuperne
Viliofum. M ich. T- 64. f. 3. 4 > 5 ? An Echinus fesfilis
albicans, Squamis ellipticis fuperne villofis. Hall. uts. p
148?
B :■ * IS Ö B S
gebeeld. Gleditssh heeft het, op der» X.
gelyke wyze, in ’ t Brandenburgfe, waargeno- FDEEL
men.
Tot de laatfte behoort
in Fig. a , op Plaat CV
dezelve, hoewel van eene Oorachtige figuur ,
de Plaatjes van onderen alszins met ftekelige
Punten heeft. Zy is in ons Land groeijende gevonden.
Hoofd-
m
die Boomzwam » **tekel.
afgebeeld, alzozwam. P h a l l u s . Rimpelzwam.
Van dit Geflagt, naar het Mannelyk Lid
benoemd, ’t welk T o ürne for t begreepen
heeft onder den naamvan Boletus, zyn de Kenmerken
, d3t het Hoofdje van boven Netswy-
ze gerimpeld óf getralied is,- weshalve ik het
Rimpelzwam heb getyteld: terwyl de naam van
Aderzwaniy dien ’er anderen aan geeven, lang
zo toepasfelyk, niet is. Doftor H i l l heeft
dit, Geflagt van Zwammen, wegéns de Nets-
wyze rimpeligheid, Diclyaria getyteld. Het
Hoofdje heeft van onderen geen Plaatjes*
Pypjes of oneffenheden. De twee volgende
Soorten 'zyn ’er door L i n n ^ us flegts van
ëpgegeven; als
( i ) Rimpelzwam met een Eyrond Celluleus 1*
TT t , , TT.. . ,. ~ . Phallus Hoêdje en een naakten Aimpeligen steel. esmiemus.
B
Dit
Aioriije.
(1) Phallus Piieo ovato Cellulofo, Stipite nudo rugofo.
II. D b s l . XIV. Sxuiï, ÉÊ
mm