X. (3 ) Knödszwam, die geknodst is eh onver*
A fdeel. deeld, famengedrukt, ftomp.
Hooed- ' ■ „ j
«tuk. I)eeze , in de Bosfchen van Europa, daar
Jfil* . ȣ voatig en belommerd is, hier en daar voor-
Ophiogtos- komende, verfehillen eenigermaate in vjeltai-
/W£ige. te, doch meest in Kleur, ’t Zyn kleine Ge-
wasjes , naauwlyks meer dan één of twee Duimen
hoog en allen eenigermaate Knodsachtig;
doeh de eerfte Soort, die witachtig of uit den
geelen ziet,-heeft meer de gedaante van een
^Stampeftje ; terwyl de tweede, die Saffraankleurig
rood is , naar een Krygs-Knuppel der
Ouden of naar een zogenaamde Herkules-Kmds
* gelykt. De derde wordt by een Slangetong '
vergeleeken. Deeze laatfte is zwart en eenigermaate
ruig of ruuw van Oppervlakte. Nog
heeft M ich e h us een zeer klein geeltje, en
anderen , opgegeven. De Heer Schm ied el
heeft de drie Soorten, elk in *t byzonder, zeer
fraay in Plaat vertoond en omftandig befchree-
ven. G l e d i t sch brengtze allen, als Ver-
fcheidenheden , tot ééne Soort.
1V (4) Knödszwam, die Takkig, Houtig is en
tiigitata. ZWart. . (5) Gevin*
(O Clavarid Clayata integerrima compresfa obtufa.
G uett. Dalib. uts. Clav. Ophioglosfoides nigra. V aill.
J>ar. 39. T. 7. U; 3. Hall. uts. p. 126. S chmied, lom,
T. 35- _ , _T
(4) Clavaria Ramofa Lignea nigra. Gort. Belg. II.
f . 329. Dalïb. F ar, 387. Agaricus Digitatus niger, I ovrhï.
Mi. 56a,
§jgj3l
(5) Knödszwam, die Hoorenachtig getakt is ,
famengedrukt.
(6) Knödszwam, met de Takken digt getropt,
X.
Afdeel.
III.
HoofdrM%
stuk. r ;m
zeer Takkig, ongelyk. u y p S t
Onder-
(7 ) Knödszwam, met de Takken digt getropt, houtige.
zeer Takkig , getopt, ftomp, geel. cJklloides.
( 8) Knödszwam, met de Takken gefpitst Tak Koraalkigt
ongelyk , geel van Kleur. '
Fastigia«
Deeze brengt de Heer G l ebi tsch ookta.
als Verfcheidenheden tot ééne Soort thuis, y in .
welke hy noemt, Knödszwam met een veel- Muscoi-
deelig Lighaam, dat ongelyk en zeer Takkig ^osack-
is, in dunne topjes uitloopende. T óorne- tise»
F O R T
Cs) Clav aria Ratnofo Cornuta compresfa. Gort. Belg.
11. p. 330. Fl. Suec. /3, Agaricus! Ravnofus Cornu Rangi-
feri reférens. M;ch. E hrëtt. Tab. Fungus Cornu Dorcadis
facie. Eph. Nat., Cur. Dec. i. Ann. 4. p- 195.G1.ED. p. 31.
("6) Clavaria Ra mis eonfertis Ramofisf. irtKquaiibus.
G ort. Belg. uts. Flor. Suec. Dal. F ar. R. Lugdb. 518-
Cörallo - Fungus flavus. V a il l . T- 8. f- 4. Coralloides
flava albida. Tqurne. Iuft. 564. T. 332- ‘f B. Barba
Caprina. Sterb. p. 96, 97. T. ti. £ A . D.
(2) Clavaria Rarrj. conf. Ramofisf. faftig;atis.&c Fl.
Suec. 1107, 1269. Fungoides Fungiforme lute'um foetidum
& minus Ramöfum. R aj. Angl. 111. p. 479. T.,24- f-5-
(g j Clavaria Ram. Ramofis acuminatis, inxqualibus,
lutels- Fl. Suee. 1108, 1270. Fung. parvus Ramofus lu-
teus. Raj. Angl. III. p. 16. T. 24. f. 7. Hall. Htlv.
molmt. 111. p. 124. T t 4
IL Dml. XIV. Sivs,
V. m M
W[S
p i
SUPfl s ä«