ï& D è Eigenschappen bek
wegen noemen anderefi ze Epiphylkspernus i
I, gelyk de geleerde Mor i son die beide be-
stu^ 13* naamingen gebruikt (*), en de genen, die het
Zaad niet op de Bladen draagen ^aan de Haair-
pïanten naverwant noemt. Maar de reden ,
dat zulks alleen het) Kenmerk der Haair-
planten zou z yn, is my zeer duifter.
Verdee- Terwyl R a y maar vier Geflagten van deeze
Gdlagten.Ge wasfen gefteld hadt, met onverdeelde ,
enkeïd , dubbeld en meervoudig Gevinde
Bladen;' heeft M orison daar van zeven Ge-
Jfagten ’gemaakt; als i. Met regte onverdeelde
Bladen: 2. Met regte half - onverdeelde of in-
gefneeden: 3. Met tot de Rib toe ingekorve-
ne: 4. Met zodanige Bladen die Lancetvormig
en ge - oord waren: 5. Met famengeftelde Bladen
den Steel bleek: 6. Met dergelyke den
Steel zwart en glanzig hebbende: 7. Met de
Vrugtmaakingen afgezonderd van de Bladen»
Tot het eerfte behoorde de Hertstonge ,• tot
het tweede het Miltkruid: tot het derde het
Boomvaren: tot het vierde het Oorkruid: tot
het vyfde de Varens: tot het zesde het Vrouwen
- Haair en de Steenruite: tot het zevende
het Adders - Tong , Maankruid , enz. Door
T o u r NE fort was een andere Verdeeling
derGefUgten gemaakt. R a y bragt naderhand
een verbeterde Methode ter baan, de Verdeeling
(*) De Plantis Capillaribus epiphyllofpermis. Hifi.
Plant. III.
|mg afteidende van de plaatzing der Vrugtmaa-
kingen, waar in hy ten deele gevolgd is door
‘onzen L in n .e u s , die zeer oordeelkundig
dezelven aldus gefchikt heeft.
V a r e n s
1. Met ge-aairde Vrugtmaakingen.
ÊQ.ÜISETOM.
O NOCLEA.
O p h i o g l o s s o m »
O s M UN BA.
Paardeflaart.
Welk-Varen.
Adders-Tong»
Tros-Varen.
E. Met d? Vrugtmaakingen aan het Loof.
A c r o s t i c h u m .
P t e r i s ,
B l e chnüm.
H e m i o n i t i s .
L o n c h i t I s.
A s p l é n ium.
P o l y fodium.
A d i a n t u m .
T rici ïom ANES.
Plak-Varen.
Rand. Varen»
R ib-Varen.
Oor-Varen.
Bogt - Varen.
Miltkruid.
Boom-Varen.
Venus ■ Haair.
Wederdood.
3. Met de Vrugtmaakingen
tel.
aan den Wor-
M ARSILEA.
P l L I I L ARIA.
I s o ë T E S .
Dryfblad.
Pillenkruid.
Priemkruid,
ÏL Deel. XIV. Stuk.
VIL
AfP^Kt,
I»
Hpofp»
stuk.