VII.
.Afdeel,
n:
Hoofdstuk.
Wetk-
VarMh
40 B E S C H R V V I N G V A »
Het Loof is famengefteld; do Blaadjes twéé-«,
vinnig gepaard, .uitgebreid:: de Vinnetjes by--
na tweevinnig, ver afftandig, liniaal, tot aan,
de Rib verdeeld, ftompachtig: de Vrugtmaakingen
, gelyk in het Boomvaren., naar den.
voet der pandjes zydelings, yl, platachtig,,
gedekt met een drlekkppigen Kelk of drie*
deelig Vlies , dat uit het middelpunt naar
den voet verdeeld is.
Voorts merkt L in n^ ds aan ; ,, dat do-
„ ronde Vrugtmaakingen , gedekt met een
„ Vliezig dekzel, ’f welk driekleppig is en
„ een vasten rand heeft, veeleer dit Geilagtfc
,, dan eenig ander der opgegevenen, fchynt
„ aan. te duiden: hoewel de andere Soort.
,, Trosachtige Vrugtmaakingen heeft.” Maar*
dus verdwynt het Geflagts-Kenmerk, in een
tweezydige Aair Selhande, grootendeqls,
O p H i o g n o s s ü M. Adders-Tong,
Van ouds was reeds deeze Griekfche be-
naaming in gebruik, voor een Geflagt van
Flanten, welker Vrugtmaakingen vergaard
zyn, in de gedaante van een Adders-Tong.,
Volgens onzen Ridder beftaan dezelven in
een gewrichte tweezydige Aair, wier Leedjes
overdwars gaapen. De volgende Soorten
$yn daar van waargenomen,
(1 ) Ad*.