B e s c k r t v i n o v a k
In Piemont daar de Tartuffels mooglyk wel
As het overvloedigfte in geheel Europa groeijen,
Hoorö- gebruikt men Honden omze op te fnuffelen,
stuk. en veeie Boeren zyn ’er , die daar uit alleen
J d f^ h u n beftaan hebben.
ftalte. * jt en rood gemarmerd, fomtyds wel twaa
of veertien Ponden zwaar (*> In ’t Park van
Villateneufe, by de Abtdy van St. Denis in
Vrankryk, waren ’er, voorheen, zo veel te
vinden, dat hetzelve, ten dien einde, m
iaar 1674 , door ’s Konings Prokureur Gene*
raai, Heer van Villateneufe, aan een Fruit-
kooper te Parys verpagt werdt voor zes jaa-
TPn tegen tweehonderdvyftig Livres in t
Taar’ en tien Pond Truffels aan j den Heer daar
uit te leveren, in ieder Saizoen (t)- H a lleu
merkt aan , dat zy in de Bosfchen, op fom-
mige plaatfen van Switzerland, ook gevonden
worden, die de Bast eerst wit dan zwart hebben
en van buiten ruuw zyn ; doch mooglyk
zo ruuw niet, als M ic h e l iu s dezelven vertoont.
Die welken T o u r n e fo r t , zeker-
lyk naar ’t Leven, in Plaat gebragt heeft, zyn
ook zo fcherppuntig niet bekleed. En, aan
C * \ Men kan hier aan niet twyfeien, atzo het uit
geloofwaardige Schryvers blykt, maar zouden het dat,
ook Klompen van verfcheidene famengegroetd zyn? Immers
Monsr. Geoïfro* verhaalt, dat zy fomtyds een
Pond en zeiden vyf Vierendeel zwaar vallen. Mem. de
*7( f j Guextard. Mem. propr. Tom. I. XCIVÏ ...
d e P a d d e s t o e l e n . 66$
degenen, welke men by L o b e l en D odo-^*-^.
N^EUs afgebeeld vindt, vertoonen zig in t ut
geheel geen Puntjes. Zy worden er maar g6”STllK.
noemd 9 ronds Bnhichtige Knobbels en by de Stuif-.
Aardappelen vergeleeken. Men zouze, \o\-zwam'
gens die figuuren , eigener Knobbeligs Aard-
builen mogen heeten. Door de gedagte Snuffelhonden
, uit Italië , zyn verfcheidene vaQ
dien aart in Duitfchland, zelfs in het Branden*
burgfe ontdekt: doch die komen meest voor
in digte Plakbosfchen, vet van Grond ; zy
hebben naauwlyks de grootte van een Kaatsbal
en dikwils maar van een Ockernoot, en
zyn zeer hard van Vleefch. Dus fchynen zy
nader te komen aan de gladden, naar Testikels
gelykende, van M e n t z e l , die door fom-
migen met de voorgaande verward, door anderen
volftrekt daar van onderfcheiden worden
(*)• Zie hier wat 'er gedagte Autheur
van zegge.
„ In
w § \
É'lm
'wM
(*) Dit laatfte doet G leditsch , die ze tot een by-
zondere Soort brengt en valfche Hirjch-Brumt, dool,
ook Sweine- truffel noemt, fchryvende ’er een Vergiftigen
Reuk aan toe, p. 156: maar de Heer de G ort
e r betrektze tot de Tartuffels en merkt aan, dat
menze in ’t Graaffchap Zutphen vindt. Sterbeek beeldt
de Aardbuilen, die goed om te eeten zyn, zeer ver-
fchillende af, hebbende zyne Figuuren zekerlyk van anderen
ontleend, PI. 3a. Hy zegt daar van , dat zy eetbaar
zyn, van grootte als Kaatsballen of Kwee-Appelen,
het meefte deel van buiten gebult, geknobbeld en m
L Debl. XIV,