IX. ( 5) Kncpmos jnet een opftaand langwerpig
kleiner Meelknopje , rsfe Huikjes ruim en
Hoofd- egaal.
STUK.
B?yum (6) Knopmos opfiaande Elsvormige Meel-
Extintfo- knopjes en ongejieelde Spruitjes.
Dompens;*
iv . Deeze vierderley Mosfen, allen wegens de
tumfuia figuur der Meelknopjes gebynaamd, komen
Eisvor- door geheel Europa voor. De Groeiplaats der
eerfte, tekent onze Ridder aan , op Aardige
Rotfen, die der tweede in Velden aan Dy-
ken; die der derde op Zandige plaatfen; der
vierde op Dykjes die wat vogtig zyn. De
Hoogleeraar d e G o r t e r merkt op, dat het
Appelachtige in 't Haagfche Bofch voorkomt,
in eenige Groepen: het Peerachtige aan Schaduwachtige
Wallen, in fchraale Weiden en in
de Duinen by ’s Hage : het Domperige in
den Eück by Harderwyk: het Elsvormige ,
eindelyk, op vogtige Zandgronden en onder
aan fommige Boomftammen. Allen zyn het
zeer
(5) Bryum Anth- eretta oblonga minori &c. Gort.
Belg. 11. p. 288. Ft. Suee. 891, 990. Bryujn CalyptrS
Extinftorii forma minus. Dil l . Muse. 349. T. 45. f. 8.
V a i l l . Par. 137. T. 26. f. 1. Muscus Capillaris minimus
cucuHatus, Magn . Hort. 139. T. 83.
(6_) Bryum Anth. erectis Subulatis &c. Gort. Belg. IJ,
p. 2S8. Fl. Suee. II. N. 99!. Bryum Caps. Jongis fubulatis.
D i l l . Muse. 350.T. 45. f. 10. Muscus Capillaris , Corniculis
longisfimis incurvis. Vaill. Paris. J33. T. 35. f. 8.
WÊÊÊÊ
$
zeer kleine Mosplantjes, naauwlyks een half ix.
op ’t hoogfte een Duim hoog, behalve het m .
eerfte, dat fomtyds wel anderhalf Duim be* HooID* ■ J STUK.
reikc, zo D i l l enigs aantekent.
(7) Knopmos met byna opfiaande Meelknopjes
en Haairige omgekromde Blaadjes.
VII.
Bryum
Rurale.
Landmans.
VIII.
Murctlq,
Muurig.
( 8 ) Knopmos met opfiaande Meelknopjes ,
Haairige Blaadjes die byna regt zyn en
eenvoudige Spruitjes, Plagmaakende.
Zeer gemeen Mos is dit in ons Werelds-
deel. Het eerfte groeit, volgens Lin n ^ ü s ,
op de Daken der Boeren Huizen en op de
Stammen van Boomen: het andere op Steenen ,
Muuren , Daken en Dakpannen. Beiden komen
zy in ons Land, op de Rieten Daken en
oude Muuren, als ook tusfehen de Straatfteenen
(7) Bryum Anth. ere&iusculis &c» Gort. Belg, II.p.
p. 289. Fl. Sues. 900, 992. Bryum Rurale Unguicula.-
tum &c. Dill. Muse. 353. T. 45. f. ia. Muscus Caj»il-
laris Teftorum &c. V aill. Par. 133. T. 35. f. 3.
(8j Bryum Anth. erectis, Fol. Pijiferis reftiusculis &c.
Gort. Belg. II. p. 289. Fl. Sues. 11. N. 993. Bryum
Tegulare humile Pilofum & incanum. Dill. Muse, 355.
T. 45. f. 14. Muscus vulg. omnium vulgatisfimus non
villofus, V aill. Par* 133. T. 24. f. 14. Muscus Capillaris
minor, Cap. erectis, Fol. in Filum desinentibus.
Id. ibid- f. 15. Bryum Cauliculis brevisfimis &c. Hall.
Hehi, inchoat. N. 1835, 1836.