aT S el. É rc*s ? Varens* Ook oordeelt H A l £ e r dat-
Hoffo ^et n‘et tot Oeflagc, ’t welk de Zaadhuis»
stüK. jes zigtbaar en onderfcheiden beeft , behoo-
re. - ■ ■ föä ■
XVIII. (18) Tros Varen met zeer fyn. verdeeld Loof ;
criipa.M^a :de Vinblaadjes ovè'rhaejks » rondachtig, in-
Krulbla- gefneeden«
*g.
Deeze, gelyk de voorgaande , in’ Engeland
en op de Pyreneefche Bergen voorkomende *
is in de Switzerfehe Alpen niet ongemeen zegt
H a l l e r . Zy heeft insgelyks. 'verfchillend
L o o f; weshalve T ournkfo rt haar op de
zelfde manier onderfcheidt. Want uit het
midden der Blaadjes, veel naar die van Steen-
ruit gelyk’end'e, komen ’er voort, die Vrugt*
of Bloemdraagende zyn, eribyna Wormswyze
zig vertoonen. Evenwel wordt deeze Soort
als tusfcheh de voorgaande én volgende mid-
delfiagtig aangemerkt.
III. HOOFDi
0 8 ^ Qsmmda Frond, fupradecompofitis, Pinn. altem;,
fubrotundis incifis. Hods Angl. 383. Oed. Dan. 469. Pte«
ris heterophylia. Sp- Plant. 1534. N. 19. Adiatit. Fol.
minutim iir oblemgum fcisfis, Pediculo viridi. C. B. Pin.
355. Adiant. .alb. tenuifolium, Rutèe M urariae aecedens.
J* B-. Hijh ï\ 1. p. 743 Ad.talb. > Alp. crispum R a j . Hiß*
47. Angl. • III, p. 126. Ad. alb- floridum. Pluk .A lm ,
9. T- 3. f. 2.. Adiant Fol. minutim in oblonge fcisfis.
M o r i s ; IïÈp«$$£ S. 14. T. 5. f. 25. Item. T. 4 f*
4. q. Junior. Filieula Montana, folio vario. Four
V jt
A POLEI...
• Hl’
I II. H O O F D S Ï 'Ü K. n tte * * ’
Befchryving vm de Ha A 1 rpj.ant en met de
Bevrugtïngen, dpn de agterzyde dep Bladen i waar
...fee . de y are ss éigenilyh zogenaamd, het
Hertstóng, Wedefdodd,. Steehfuït, Engel-,
jzoet , Vrouwen* Haaif en :feéïe‘anderen, be*
, hoeden*
De meelïe Geflag'ten eb Sóórten van deeze
AfdeeMng komen in’'diV Móofdftuk, ’e
Welk h algemeen bevaty-die door
onzen Ridder naar-de plaat-zing-der Vrugtmaa-’
kende déèlen- o;nderfohëiden zym' Dit heeft
datf de 'volgende- benaami ngen in trein gebragt;
'dewyi - de^elWn ^i wat -' ie^eerftei' Geflagteh
aangaat yten öpzigt van het Loof in malkander
A c Rjo s t x c-H, o M. Plak-Varen.
« Al z odpgeh e ele on d er fte vlakte dér Bladen bei
dekt óf als beplakt is met de. Stuifmeélachtigè
zelfftandigheidi Offchoón’ dit Geflagt veele *
ja by dé dertig Soorten heeft, komen daar
Onder maar twee of drie Europifche; alle de
óverigen behooren tot de andere Wereldsdee-
len .. Zy zyn* naar de hoedanigheid van het
Loof* in drie Kangen onderfcheiden * als
Volgt' Wmfè
. Ë 2 II. D&zu XIV. Stuk, I* Mët