2<52 B t S3C H R üY y I J G .„V A ï?
VIII. op , Waar; van tweë de /iI'DEïLi Tandjes der Bladen'ge,
ii. doornd hebben , .wordende de laatfte *sHei»
stuk°ÏD" favds Qeesfel geheten. De Vrugt gelykt naar
Najade.ecn klein Eikeltje; de Bladen ftaan Kranswy.
ze aan de Steden , meest twee , doch ook
drie of vier by elkander.
V a l l ï sn e r i A. Wiërblad.
Dif Geflagt, naar den beroemden Italiaan
V a l l i s n e r i getyteld, heeft tot Mannelyke
Bloem» volgens den Ridder, een tweedeelige
Vrugtfcheede , de Steng met Blommetjes gedekt,
welke driedeelig zyn; tot Vrouwelyke
een tweedeelige éénbloemigeScheede , met een
driedeeligen Kelk boven het Vrugtbeginzel en
eene driebladige Bloem, met drie Stylen;,zyn.
de de Vrugt een éënhokkig veelzaadig Huisje,
j De eenigfte Soort ( i ) , volgens.Lin n ^ ds,
F to -h o ew e l met aanmerkelyke Vcrfchcidenheden,
maakt een zeer zonderling Gewas uit. De Bia.
den van hetzelve worden by die van Wierver-
geleèken , en komen tropswyze by ., elkander
voort uit een , Wortel , waar rne.de" het zjg in
'/•uit H de
via jyira.
lis.K
ruk
trekkig.
CÓ' 'Valllsnerfä. 'S 0 . Nät. Fëg» yL\\ï. Gert. ioyj, Fl.
•Lapp. 371. Hort. Cliff. 454. R. Lugdb. 9. Da l ib . Par.
296. Fcemina. Valisneria Paluftris Algse folio, Italiea.
Mick, Gen. 12. T. io* f. -1. Potamogeton Algae Tolio
PiPanum. Bocc. Mus.I.p. 29. Mas. Vallisnefoides Palufir®
Algse follio, ltalicum. Mich. Gen, 13. T. 10, f.3.
D ;E 0 W v I E R E ■ N» 2153
de Graften pf Slooten van Italië, door, ’t fterk .
voortloopen,zodanig vermenigvuldigt, dat de ‘ n.
Vaartuigen dikwils daar door in ’£ ypqrtkomen sru^ ïö*
verhinderd worden; alzo het Kruid den gchee-, wierbtad,
len Grond beflaat. Dit heeft by Pi fa en ooi;
omtrent Florence, plaats. De Bladen, als uit
fyn Netwerk geweven, hebben aan de tippen
fyne Tandjes. Tusfchen d ezel ven komen Krul-
trekkige dunne Steelen voort, op ’ t end een
Bloem hebbende , die zig ontfpannen, en dee-
ze Bloem aan de Oppervlakte van ’t Water
brengen. Zy is paarfchachtig en driebladig ,
voortkomende uit een Kelk , waar van het on-
derfte gedeelte een lange Rolronde Vrugt
wordt, met,veele Zaadjes bezwangerd., Dit
is de Wyfjes-Plant; terwyl de Mannelyke ,
van even de zelfde gedaante, Bloemen voort-
brengt, die onvrugtbaar zyn, wit van Kleur,
tot een Hoofdje famengehoopt. Deeze Bloq-
men icheiden zjg van de Plant af, eer zy ont.
luiken, en ryzen tot aan des Waters opperr
vlakte, alwaar zy dan als Veerkragtig open
fpringen, vertoonende twee Meeldraadjes en
Knopjes, waarfchynlyk om het Stuifmeel tot
bevrugting der anderen te verfprtaden. Het
Water i s , in de Herfst, dikwils met zodanige
Bloemen, als met een wit Laken, be*
dekt. .
Behalve deeze wonderbaare werking, door
den geleerden M 1 c h e l 1 u s ia Italië waar-
R 4 $$-
II. Deb* . XIV. Siue»