990 S S S CHRYV tv*N G V A U
1
ihlol&v. V01Qden. Het wordt dikwils verfcheide Voe
n. ten lang, zegt G m e l in , en is van eene Lestuk,
" derachtige, dikke, ondoorfchynendezelfftan.
Zee-Rui/. digheid , vuil geelachtig van Kleur. M ori.
son getuigt, dat het eens Mans langte hoog
groeit , zynde het zyne in de Inham Udjen-
Soright, die waarfchynlyk tot Europa behoort,
gevonden. Het Sargasfo van R um ph iu s ,
door G m e l in aangehaald ( * ) , van dergely-
ke geftalte, groeide, volgens dien Autheur,
langs de geheele Kust van Portugal en Spanje,
Dit komt aan de Oevers van den Noorden
Oceaan, zegt hy , overvloedig voor, altoos
los dryvende: misfchien dewyl het, wegens
zynen zwakken Wortel, door de gewoonebe-
weeging der Golven, ten minfte by gelegenheid
van Stormwinden , van de Rotfen afge'
rukt wordt.
Volgens de aanmerking van G m e l i n zyn
deSteelen of Stengels van dit Zee-Ruy na-
tuurlyk niet rond, maar plat, wordende door
5t droogen rond; waar van ik eer het tegendeel
zou denken. Immers zyn Ed. hadt de«
zelven, in zyne befchryving , rond genoemd.
Edoch, hier uit is ten minfte blykbaar, dat
het ook plat voorkome, en niet altoos zodanig
als R e a ü m o r voorftelt; naamelyk, dat
de doorfnyding een ovaal z y , half z o breed
al$
b> e W i e r e n . 291
als lang. Ik heb het in Liqueur, met derge- Vilï.
lyke platrondachtige Takken, waar van een A™£Et,%
gedeelte in Fig. 1 , op Plaat C l , is afge- ST^00rD‘
beeld; zynde myne Plant geelachtig van Zee‘-Rm
Kleur, meer dan twee Voeten lang. Ook heb Plaatcr»
ik het nog langer en zwartachtig bruin, dat ^ I*
■ geheel plat is. Beiden zyn aan den Wortel
met een dergelyk bruin plat Schyfje, nagenoeg
een Duim breed, voorzien , en in dat zwarte
is onder aan hetzelve een Infekt, dat men
Concha Anatifera noemt, gegroeid : waar uit
blykt, dat hetzelve los gedreeven hebbe, Of
ijhet eerfte met zyn Spongieus Voetje, onder
het Schyfje , niet elders zy vast gehecht geweest,
acht ik bedenkelyk. In beiden zyn
Ide Bolletjes, door het geheele Loof, van binnen
zigtbaar en in het eerftgemelde op fommi-
ge plaatfen uitpuilende als Kinderpokjes, doch
[ook met een Gaatje o f zwart Stipje, ’t Welk
rcelfs in die van binnen zig eenigermaate vertoont.
Of zy met Zaadjes gevuld zyn, ’t welk
.Re a um u r in de zyne waarnam, heb ik niet
onderzogt : maar de zogenaamde Bloempjes,
daar zyn Ed. van fpreekt,uit kleine Vezelt-
[jes beftaande , en dus geheel Schimmelachtig
voorkomende, zyn in myn laatstgemelde zwartbruine
Exemplaar zeer blykbaar, groot en
[fraay. De afkomst van beiden zal waarfchyn«
|lyk uit de Westindiën zyn.
T 2 (20)
II Deel. XIV. Stuk.