VIII.
Afdeel.
111.
Hoofdstuk.
Z ie - Rwj.
VI.
Fucus
Serrams,
■ Zaag-
tandig.
maats Takkigén Steel, en getrofie Fragte
maakingen; ééns Blaazig Tol achtig in een
Hartvormig gekarteld Blaadje,
Een zonderlinge Soort van Zee-Ruy^ door
den fchranderen St e l l e r u s op Rotfen aan
de Kust van Kamtfchatka gevonden, doch
welke ook groeit aan die van Sumatra en elders
in Oost- als ook in Westindië. De Trosjes
beftaan, als in de voorgaande, uit Wrattige
Peultjes , en hebben ieder een Tolachtige
Blaas, die gedeeld is en gerand meteenftorap,
Hartvormig Blaadje , de Blaas als een Kasje
omvattende.
(6) ZeerRuy met plat gegaffeld Loof, dat
geribd is en Zaagswyze getand, aan ’t end
knobbelige Vrugtmaakingen hebbende»
Gemeen is deeze in de Oceaan, inzonderheid
aan de Kusten van Europa, als ook aan
onze
N . 16. Fucus Ramofus teres, Fru&ificationibus turbina-
tis Membrana cinftis. Hort. CLiff. 47g. Fucus Mar. Ve-
ficulas habens Membranis extantibus alatas. S loan. gfam^
IV- Hiß. 2. p 58- T. 20. f. 6. Gmel. F uc. 97. T, 5. f.
i . Acetabuli marini varietas. R umph. Amb. VI- p. 185.
; (g) Fucus Fronde plana dichotomä coftatä ferrato-Denta
tä &c. - Sp. Plant. N. 1. Gort. Belg, 315, Fl. Suec.
Tooi, 1x44. H, Cliff. 478. Fucus f. Alga latifolla majoï
dentata. Mor. Hiß- f ff. p. 648. S. 15. T. 9. f i . Bas-
Ter. Natuurk. üitfpann. 11. D. 111. Stukje, bladz. 133*
'Tab. XI* fig. 3. Gmel. F uc. p, 57.
onze Stranden. Wylen de Heer Bas t er
merkt aan, dat zy aan de Zeeuwfche Eilan-
den meest onder Water groeit, en duurza STUK«
mer is dan onze andere gemeene Soorten \Zee. RmJ,
weshalve de Kreeften , die men van Zinkzee
naar de andere Provinciën verzendt, altoos
in zulk Zee - Ruy worden ingepakt. Het ts by
hem de derde Soort, in welke men, aan tend
der Bladen, die kleine Korrelige Vrugtmaakin-
g en waarneemt, van welken hier voor is ge-
fproken. Zy komen fomtyds over de ge-
heele Oppervlakte van het Loof v °or*
Noorwegens Noordelyke deelen verftrekt dit
Zee-Ruy met Meel beftrooid, tot Voeder
voor het Rundvee, zo G u NNERüs aantekent.
(7 ) Zee-Ruy met Spiraal,plat >doorbladerig | Vil.
uitgulpig getand Loof. ^ S p S k f .
Ik begryp niet, wat de reden zy geweest,
om dat kleine Plantje, naauwlyks twee of drie
Duimen hoog , in de Middellandfche Zee op
Steenen en Schulpen groeijende , hier m te
Voegen. De Takjes beftaan uit een dun lp*-
1*33.1
C l\ Fucus Fronde plani fpirali petfoliata repando-
dentata. Sp. Plant. N. 6. Epalica Spiralis minor. Gi-
mThn. Adr. I. p. f c T. 27. Alga fpiralis niatltima.
©oc ff. Sic. 70. T. f. a.
S 4
11. Dszi» XlY* Stok*