3 E S e II R Y V I N G * V A N
______ >{■ ■ ■
<S 30
(5 6 ) Schlirftmos , dat Bladerig is en Lillig l
met gebondelde Tol achtige knobbeltjes,
groot er dan het Loof.
D e eerfte van deeze v ie r, naar de gedaante
inriT.™* gebynaamd , komt by ons veel aan B oom en,
ié ldeb0n" P^an^e0 en Steenen v o o r ; de tweede is in
Ooftindie door K o e n i g gevonden; de derde
op de Duinen te Katwyk door M e e r -
b u r o h ; de vierde door D i l l e n i u s in
E ngeïm d en in Smaland door den jongen Heer
L ïN tUEUS.
D eeze Bladerige Schurftmosfen z y n , gelyk
w y gezien hebben, ook van een aanmerkelyke
nuttigheid. VerfcheideDe dienen tot Verw*
{lo f, gelyk het Zeeruiachtige, en van het Gene-
verboomige meldt onze Ridder , dat de G oth-
landers ’er de W olle geel mede verw en. Ook
merken de Boeren hetzelve als een G eneesmiddel
tegen de G eelzugt aan. Het algemee-
ne gebruik van het Longehuid tot Borftkwaa-
len is Wereldkundig. Het Tslandfche M os
heeft eene zonderlinge eigenfchap. B y het
L an dvolk, op Ysland, is 't, volgens B o a *
r i c h i u s , de gew oon te, in ’t vroege Voorjaar
hetzelve tot een Purgeermiddel in te neem
en;
^56) Licheu Fol. Gelatïnofus &c. Mant. 133. Lich. Ge-
Ifitinofmn palmatum, Tuberculis conglomeratis, DiLt>
141. T. 19. f. 27.
IX.
ArDEEL.
IV.
H ó ó f d -
JtTUK,
LVT.
Lichen
WWyMi- wêM
D É M Ó B S E N. 53I
men; maar in de Z om er, zegt hy.m aaken zy . , er , ged, roogd, en tot poei.j.e r0 gew} reeven, eenJ Afdive.el
Bry van , die zeer voedzaam is. O n dertus-J^ ?1™" ! I *'■
fcheh is ’t zeker , dat h etzelve, aldaar Rot- Schurft*
fen- of Klippen - Gras genaam d, tot een alge- m s ’ f.. tf. i'I • I meen Voedzel der Ingezetenen ftrekt. H et ELI
wordt *er Jaarlyks ingezameld e n , gedroogd 'StHJII
zyn d e, in Tonnen gepakt, om door het g eheele
Eiland te verzenden. Men gebruikt het •- C II
ó f gehakt o f fyn gem alen, in Melk o f W ater II1
gekookt, o f bakt ’er zelfs Brood van, met by* i | r ] l
voeging van eenig ander M eel, H et maak? ‘te
een zeer gezonde Spyze u it, die voedzaam eri 11 i
tevens ligt verteerbaar is, ja ook in Borftkwas- 1
len dienftig (*'); gelyk L i n n j Eus z e g t, d a t, J 1
in Sw eeden, die Teeringachtig zy n , door des- jgljfl 1
zelfs gebruik zig het Leven lang kunnen rek-. i»^-«I1I 1
ken. M en gebruikt, op Y sland, ook andere i4i:'nVi i1
Soorten van Schurftm os, op de zelfde wyze» »Vi l
Van de zonderlinge hoedanigheden der Slee- ir~ ■
doornige en Zemelige gaf ik hier' voor berigt. É l | s m a i
V . Lederachtige. I
(5 7 ) Schurftmos, dat Lederig is, k ru ip en d EYII, ‘•Tt^ sij I
•: * gekwabd, fiomp; met zeer groot e half Kq- M N
eelronde Schilden. D itwWa*terig, l i l
K I (*) Olafs. und Povelsen Reife durch IsUmd. Koppenb. S I ea Leipzig. 1774. 1 Th. p. 86. B m I
, (57) Lkhpt Coriaceas- repeus lobatus &e. Sp. Plint. N.
43. Ft. Snee, J l, ft. ïo| 5» Lichenoidps Scutellis
Dill. M»sc. 150. T. 20. f. 44? & T. 8?». tV- Mmfl
L l 9 f e l
II. Deel. Swk.
tsW m