Vil. (22) Miltkruid met gevind Loof ’, de Fmneit
AMJEEt. gepaard , Hartswys'1 Lancetvormig , ceni*
H ooïq-* germaate gerand, onverdeeld,
STOK.
C23) Miltkruid met gevind L oof, de Finnen
Margtna- gefpitst en ingefneeden; de Steng gefchubd0
Gerand.
XXIII. (23) Miltkruid met gevind Loof; de Finnen
pwm >m~ Findeeüg, ftomp gekarteld, de endelingfe
Gefchubd. gefpitst.
-XXIV.
Geftreept ( 24) Miltkruid met gevind Loof; de Finnen
XXV. langwerpig fcheef vierkant, geftreept, uiigeknaetgd;
aan den Foet verbreed*
knaagd.
De groeiplaats van deeze vier verfchillendë
r ■ . . Soor-
(22) Asplenium Frónd. pinnatis; Pinnis öppofitis Cor-
dato - Laneeolatis , fubmarginatis integerrimis. Sp. Plant.
N . 13. Phyllitis Ramofa margine Membranaceo. P et.
Fit. io8- T. 12. £ 2.
(23) Asplenium Frohd. pihftatis; Pinnis acumihatis in-
tifis; Stipite fquamofo. Sp. Plant. N. 14. Lonchitis Ra-
jmofa Caule Squamqfö, Pet. Fil. 1x2. T. 5. f. 2.
(24) Aspletiiitm Frond. pinnatis ; Pinnis pinnatifidis
pbtpfis crejiatis; terminali acurninata. Sp. Plant. N. 15.
Filix ftriata, Pinnis crengtis * major & minor. P et. Fil.
iT 3 i 114. T. 3. f. 3 > 4*
Ctj) Asplenium. Frond. püihatis; Pixmis Kapezio-ob-
longts ftriatis erofis > Balt auftis. Sp. Plattt. N. 16. As«
pieniutn fimplex nigrum. B rown. &ain. 94. Lonchitis
*»%jor» Pinnis auguftioribus &c. Sjlqanb Ojfanf* 16. .Hifi*
J» P- ?8* T. 33- f* 2» -
Soorten is in de Westindiën. Sl o a n e hadt
de laatfte in de Middellandfche deelen van Ja-
maika, op lommerige Steenige plaatfen;, waargenomen
, én merkt aan', dat de Blaadjes aan
de bovenzyde ge-oord zyn.
9 Behalve het Trichomancs heeft de Heer N.
L. B d rma n n ü s , onder de Kaapfe Planten9
een Asplenium lucidum befchreeven. Hetzelve
heeft, zegt zyn Ed., het Loof O ver hoeks
meervoudig famengefteld, de Vinnetjes over-
hoeks Vindeelig ,infneedig Zaagtandig en zeer
glad* Het Eenbloétnige van de Kaap, Uit
myne Verzameling , befchreef ik hier voor.'5
Behalve het Hertstong, aan de Muüren van
Konfhntinopolen groeijende , vondt F ors-
k a o h l , iu gelukkig Arabic, by Kurma, een
'Miltkruid j dat hy Lancetvormig noemde. Dit
is door hem 'befchreeven , als hebbende gevind
Lancetvormig L o o f , met de Vinnen
langwerpig , fpits , ingefneeden , overhoeks
geplaatst. Plet Wedefdood en Steenruit
kwamen hem aldaar ook op het bovenfte der
Bergen ; het Hertstong éh Miltkruid7 in het
middelde gedeelte, of aan de zyden, tusfehen
den Top en Vbet derzeHen, voor (*).
| | p o"
X*) Flor. -E* Ï^S»;
■ Vit;
Atdesl*
I lï.
Hoofdstuk.
Miltkruid*