Kleur. Maar wel het voornaamfte gebruik,
daar van, is geweeft iü het Reuk-Poeijer, dat
weleer, onder den naam van Corps de Cypregris,
een groot gerucht maakte in Vrankryk. Je a n
B a u h in verl aa't de manier, hoe men het te
Montpeliier in zyn tyd bereidde (*). Het Mos
moest van Eikeboomen zyn en werdt eenigen
tyd in Water geweekt, dan geklopt en fyn
gewreeven , befproeid met welriekende Vog-
ten en, geheel wit zynde,gemengd met Poei-
j'er van wit Sandelhout en andere Drogeryën;
zo dat men minder zig behoefde te verwonderen
IX.
AFDEEL.
IV.
Hoofd*
stuk.
Schurft■
mos.
, hoe het welriekende kon zyn, dan hoe
het van de Grooten zo zeer geacht werde, dat
men het byna tegen Goud opwoog. De Wereld
wil bedroogen zyn, is ’t gemeene Spreekwoord
: maar laaten wy ons zelf niet misleiden,
om te denken , dat dit Schurftmos, na
zo veel behandeling, iets toebragt tot den
Geur van dat Cyprifche Poeijer , *t welk even
zo wel bereid kan worden van andere Schurft»
mosfen; gelyk by voorbeeld dat der Sleedoornen
( t ) . Mooglyk heeft men het als Snuif
gebruikt, en dan zouae famentrekkende hoedanigheid
mïsfchien van dienst zyn kunnen;
Anr
Bid. Plant. I. P. 2. p. 88. Zie ook Elzevier Apo*
thelerS Woordenboek , I Deel, bladz. 637.' •
. Lichen Frumtlri. Ziet hier voor. Pulvis Cyprius
fertur ex Foliis parari posfe praeftaitfisfimus. L inn. Fit
Snee. II. p.
Andere Reuk-Poeijers, van dien naam, worden
gebruikt om in ’t Haair te ftrooijen , enz.
(91) Schurftmos , dat Vezelig is, hangend ,
IX.
Afdeei^
IV.
Hoofds
tu k .
XCI.
Lichen
Barbatusl
Gebaard.
eenigermaate gewricht , met uitgebreide
Takken,
(92) Schurftmos , dat Vezelig is, hangend,
XCIÏ.
Divarica*.
tus.
Wyd
gemikt.
hoekig , gewricht, van binnen Wollig; de
Takken wyd gemikt; de Schildjes Schyf-
rond, ongefteeld.
(93) Schurftmos , dat Vezelig is, hangend, XCIIT.
famengedrukt, Takkig , glad. Takkig*
Onder den Hoofdnaam Usnea , dat is Baard-
mos, befchryfc Dillenius deeze, het voorgaande
en alle volgendeHaairige ofVezelige Schurft-
mosfen; doch alleenlyk dit laatfte achtte hy
te zyn de echte Usnea der Arabieren, die te
Konftantinopolen verkogt wordt onder den
naam
(919 Lichen Filament, pend, fubarticulatus &c. Sp.
Flant. N. 73. Ft, Suec. 985 , 1123. R. Lugdb. 513. Usnea
Barbara. Dil l . 63. T. 12. f. 6. Muscus Capilla-
#eus longisfimus. C. B. Pin. 361.
(9O Lichen Filament, pend, angulatus &c. Lich. Fil.
pendulus &c. Scop. Cam. 75. Usnea mollis Ramis lon-
gis compresfis. D il l . 62. T. 12. f. 5.
(93) Lichen Filament, pend, compresfus Ramofuslae-
vis. Mant. 131, Usnea Ceratoides candicans glabra odo^
rata. Dill. Muse. 71. T. 14. f. 13. & T.‘ 34. f. 10,