A ïS t . 55 Wy onderfcheidenze van de Lichensy dat
Ui ,, zy waare Bladen hebben en Zaadhuisjes
stok!0* » draagen. Meestal hebben zy iets dat naar
Aanmer-,» Bloemen gelykt; rondachtige Bolletjes vol
Sn Hal. ” Stuifmeel, naamelyk, ’t welk ontvlamt aan
lbr. „ de Kaars, even als dat der gewoone Meel-
„ knopjes van de Bloemen. Deze gelyken naar
„ die der Varens , of zyn van een andere fi-
„ guur, Klootrond of Cylindrifch, ongedeeld
„ of gedeeld, van binnen met een Sponsje o f
„ als lange gegaffelde Hoorens. Bovendien
„ is in zeer veele Mosfen iets dat naar Zaaden
„ gelykt, op den top van het niet Bloemdraa-
„ gend Steeltje lamengehaopr, of in het Blad
, , zittende , dat my in de meeden veeleer
, , voorkomt als een Knopje of Spruitje, de wyl
, , het hedaat uit waare Blaadjes* De eigen t-
„ lyke natuur, echter, vandeeze, naarBloe-
,, men o f Zaad gelykende, Deeltjes, en der-
,, zelver bekwaamheid om de een o f andere
, , Sexc te vertoonen, is nog door geene dui-
delyke Proeven verzekerd. H i l l houdt
,, het Stuifmeel voor Zaad, enSt te h e l i -
„ Nüs heeft een Soort van Mos gezaaid: maar
„ welke Deeltjes, het zyn, die de Voorttee-
„ ling eigentlyk maaken, ia ons nog onbe*
,, wust.”
Denk- Onze Ridder, de Mosfen bepaal.ende, zeg t:
LiNKffus” zy hebben Meelknopjes zonder Draadje,
INSiE „ afftandig van de Vrouwelyke Bloem, welke
»» een
& een Stamper ontbreekt. Ook hebben de 1X’
„ Zaaden geen eigen Rok, noch Zaadblaad-
„ jes Elders merkt hy verder aan, dat sS^***“
,, haare Meelknopjes met een Huifeswys’ Kelk*
„ je gedekt zyn ('f). Het fchynt, derhalve,
dat zyn Rd. door Anthera in het eerde ge*
val iets anders verdaan hebbe dan in *t laat*
fle ; wapt hoe kon hy anders zeggen, dat de
Meelknopjes geen Draadjes, fzo blykbaar in
deeze gedeelde Knopjes,) hebben? Schreber
hetrektze, dat zonderling is, met alle de Ge*
heim- Echte of Schuilteelige, tot de Planten
met een naakte Bloem C4-).
De geleerde Heer Be r g iu s befluit zyn uit-VerklaatA
muntend Vertoog, over de Zaaden der Mosfen, Rdoor
éls volgt C5 >. „ Wy hebben uit het voor,
» gaande klaar gezien , dat bet Poeijer in de
„ Hoofdjes een Mannelyk Stuifmeel'n-y dat de
„ kleine Spruitjes haare Zaaden zya , ofont-
j» bolderde Zaadplantjes, die ook geene Zaad-
„ blaadjes hebben: derhalve dat, dewyl alle
,, Mosfen haare Meeldmagende Hoofdjes o f
» Meelknopjes hebben , zy ook noodwendig
„ haare Vrouwelyke Bloempjes of Zaaden bezie-
39 ten
(*) ffli/oiSt Botan. Stockli. L75T. p, yp
Cf) Calyptra Calyx Musci cucullatus, Antheroe fuper*
smpofitus. Ibid. p. 53.
CD Spiciieg. Flor. Lipfiacf , Lips, 1771.,
CS) Semina Muscorum, Autore P. J.BsRcuo. Am. Acad.
VoU II. Holm. 1751. p. 384.
ü* debl, my, stvK,