IX.
A fdeel.
ir.
Hoofdstuk.
Baard-
«sof.
3pO B B S C H 5 ï V I R G V A N
Een half of een geheelen Duim hoog vallen
deeze Mosjes , beiden uit Penfylvanie gezonden
aan den Heer D i l l e n i u s . Zy zyn,
op ver naa , niet zo digt gebladerd als de
voorgaanden, en komen, buiten het verfchil
van de opgeregte en kruipende geftalte, vry
veel met elkander overeen.. De eerfte groeit
op den Grond, de laatfte op de Schors van
Boomen.
,, Het ongefteelde Baardmos, volgens de
„ waarneeming van S c h m i e d e l ; en het Els-
„ hladige, volgens die van Sc hreb e r ,draagen
„ beiden een Huikje , ‘zegt Lr n n ^eos en
„ zouden derhalve bekwaamelyk tot de Knob-
„ belmosfen kunnen betrokken worden.” Maar
in de bepaaling van dit Geflagt vind ik reeds
een klein Huikje gemeld , en dan zou de Vraag
zyn , of zy dat Knobbeltje op ’t end der Sten-
getjes hadden, het welke de Brya onderfcheidt.
Immers uit de Afbeeldingen en de Geftalte
fchynt zulks onmooglyk. Waar toe dan die
bedenking?
III. HOOFD*
d e M o s s e n . 391
III. H O O F D S T U K .
IX.
! AFDeEl .
‘ lil.
H oofdstuk.
Befchryving der M ossen die met een Huikje
gedekt zyn: gelyk het Fonteinmos , Kaal-
mos , Parafolmos , Haairmos, Roosmos,
Knopmos, Takmos, hier volgende.
F o n t r N A L i s . Fonteinmos.
*|P|e Latynfche benaaming billykt den Ne-
• * - ' derduitfchen , dien :k ’er aan geef, hoewel
’er andere Watermosfen zyn, gelyk wy in
*t Geflagt van Veenmos gezien hebben. Die
van dit beminnen meeftendeels heldere Bron-
en Rivier-Wateren. De Kenmerken zyn, een
gedekzeld Meelknopje, met het Huikje ongedeeld,
beflooten in een Haairbekleedzel.
De vier volgende Soorten zyn hier van opi-
gegeven.
(O Fpnteinmos metplooijiggekielde drieryige
I.
^ o. FowtPn flits
Jftitfe Bladen ; de Meelknopjes zydelings. annpijretica.
Uit Brand-
ftuitend.
'■ , , Fl C il.
Ci) Fontinalis Fol. complicato - Larinatis, trifariis acu- Fig. 4.
tis &c. Nat. Pég, XItl. Gen. 1190. Sp. 1. Gort.
Belg. 11 p. 283. Bi. Suec 866 , 961. GouA'N- Monsp. 531.
Fontin. Gapit. lateralibas. R. Lugdb, 506. Font-in. tri-
k i n