. fe.h»
tf04 B E • C H R. Y ▼ I » o v A N
X* bruinrood of Bloedkleurig, Violet, bïaauw 3
Aïi.EEL'geel en groen; hoedanigen ookby Schteffkr
HobFD- voorkomen. De Steel is altoos wit en dik;
‘ Z ^ - h e t Hoedje op zyn hoogde vier, dikwils maar
vófijo. twee Duimen breed , aan de kanten rimpelig
en geftreept , van onderen met dikke witte
Plaatjes , die eindelyk geel worden. Deeze
heeft het Vleefch byzonder broofch en fcherp
van Smaak, doch is niettemin eetbaar-
IV;
‘garieus
'uMgf
r t u s .
Vlieg-
doodend^*..
(4) Kampernoelje , die gefteeld is , met gehalveerde
eenzaatne Plaatjes, een gering*
den Steel, aan den Top verbreed, aan den
Voet Eyrond.
Tot de Vergiftige . Paddeftoelen behoort
deeze, dieniettemin zeer fraay is voor ’tOog»
door de hoogroode of Bloedkleurige met geel
aitgemonfterde Kleur van haar Wrattig Hoed?
j e , dat dikwils zeer breed v a lt, tot twaalf
Duimen over ’t kruis en ook wel geheel Afch?
graauw gevonden wordt, Dit Hoedje gelyk^
fomtyds naar een zogenaamden Rammelaar,
daar men de kleine Kinderen mede fiilt, zegt
G l e *
(4) Agarims Stipit. LsunelliS dimidiatis &c. Gort^
Belg. 11. l>. 34S. Fl. Snee. 1076, 1235 Fung. Muscas
interficieAtis tertia fpecies. C. B. Pm. 373- Mich. Gen.
T. 78. f. 1 , 2. Amanita Petiolo annulato, Sanguineo s
Lamelüs albis. Hall. Helv. inchoat, III. p. 16.0,
v. P» W "F# 23. A.
(3 tEDlTSCrf. Tè Frankfort, en elders in X.
Duitfchland, worden deeze Zwammen op de
Markt te koop gebragt , om de Vliegen en
Muggen te dooden, ten welken einde menze Kam gfi
aan brokjes fnydt en in de Venflerpoflen legt: hoefje.
als wanneer ’er de Vliegen, ’t zy door dea
Reuk, ’t zy door de Kleur aangelokt, opgaan
zitten en dood’er af tuimelen, zo men verhaalt.
In Sweeden kookt men deeze Zwam
in Melk, ten zelfde einde,óf ftamptze in Water
; wanneer ’er de Vliegen als dronken door
gemaakt worden. Deswegen noemt men
deeze Kampernoelje, gsmeenlyk, in Duitfch-
lahd Fliegenfchwam ; hoewel zy ook voor de
Menfchen nadeelig is, die ’er niet aan gewoon
z yn ; dezelven als uitzinnig en dol maakende.
Van de Rusfen niettemin worden z y , hoe
fcherp oók van Sniaak en hoe ftinkende, tot
SpyZe gebruikti ja van de Franfchen zelfs,zö
men verhaalt. Hier te lande komen zy weinig
voor; maar in Brabant veel in de Hakbosfchen,
in de Herfst. Buiten twyfel zal de verfchil-
lehde Landaart, Grond en Gróeiplaats; de
jongheid of ouderdom en het Saizoen, in
de uitwerking veel verfchil maaken. Ook
•verfchilt het zeer, of men ’er veel dan weinig
van gebruike. Dat men met het Sap , daar
Van, de Weegluizen dooden kan, is zeker.
(5) Kar«?