VIL volgens Os b e c k , dit Ge#as, dat Bladen
A fdeel. , , -
in. van twee Voeten.lang heeft, een Span breed,
sS k°.FD‘ ftev,'g eti fterk»' gIad > in èen fpitfen hoek ge-
Miitkruid.^xeeVt-:‘ Tusfchen de everiwydige Streepeii
komen de Vrügtmaakeiide deelen voor , die
kort zyn, naauwlyks tot een derde der breedte
van het Blad zig uitftrekkende. De Wortel
zit op de hoogfte' Boomen, en geeft Bladert
uit, als een Kroon gefchikt, binneri welken
de Vogels dikwils kunne Nesten imaakem
B r e y n , die een zodanige Plant gedroogd
uit Oostïndie had bekomen , noemtze Scolo-
pendria jmet Banannen-Bladen.
V .
Asplénium
Plantaglneum.
Weegbreeachtigi
VI.
Serratum.
-Zaagtaudig.
VII;
Mfolium.
Tweebladig.
(5} Miltkruid met het Loof eenvoudig , Eyrond-
Lancetvormig , eënïgermaate gekarteld 5
de Steng byna vierhoekig.
(6) Miltkruid mei het Loof eenvoudig e Lani
cetvormig , Zaagtandig, byna ongefteeuL
(7) ÏMiltkroid met het Loof tweevoudig • de
Blaad-
(5) AspUmüm Frond, fimpi. 'bvato - Lahceolatis fub*
crenatis , Stip. fubtetrageno.3 Sp. Plant. N. 5. Aspl, a-
caule minus . Fol. oblongis , Fetiolis glabris. Brown.
gfam. 92. '
(6) AspUmüm Frönd. fimpl. Lanceolatis ferratis fub-
fesfilibus. Sp. Plant. N. 6. Lingua Cervina longo, latö
ferratoqué folio. P lum. Amer. 27. T. 39. Fit. T. 124. Phyl*
litis major. P et. Fit. 106. T. 6. f. 7.
(?) ‘Aspienium Frond, binatis; Foliolis Lanceolatis j
’ "•fab-
Blaadjes Lancetvormig 3 byna uitgehoekt, VTÏ.
' . - Afdeel, famengegroeid, 111.
Dèeze drie , genoegzaam door de bepaahn*
gen en bynaamen onderlcheiden , hebben in
de Westindiën haare groeiplaats. De laatfte
fchynt allermeest van de voorgaanden te ver-
fchiilên.
II. Met Vindeelig Loof*
(8 ) Miltkruid met het Loof Vindeelig, de VIII.
Kwabben overhoekt, fiomp , famenloo* ciuZtk?
pende.
Dit js het eigentlyke Miltkruid o î Asplénium
y in de Winkels bekend onder den naam
van Ceterach 3cn ook wel Scolopendria genoemd
wordende , wegens eenige gelykenis van des*
zelfs
fublmuatis. connatis. Sp. Plant. N- 7. Ling. Cervina
geminato foM.'P lum- Fit. 116. T. 133. Phyll. folio geminato
, dentato.. P e t . Fit. 10 7 . T . 13. i t .
("8) Asplénium Frond, pinnatifidis, Lobis alternis con*
fluentibus obtufis- H. Cliff. 474. Mat. Med. 482. D a l i b .
Tar. 310. G om a n Monsp. 526. G e r . Prov. 68- H u d s .
Augl, 385. Asplen. fol. pinnatis &C- H a l l . Helv. in-
choat. Hi. p. Aspienium Scolopendria. C a m . Epit. 640.
L o b . I c. 807. Asplénium f. Ceterach. J. B. Hi ft. III. p.
479. T o u r n e . lnft. 544. P l u m . Fil. XXXIII. T. B.
f. 3. B akr. Ic. 1043, 1044. Ceterach Officinatum. C. B.
Pin. 354*
II, Derl. XJV. Swk,