nm
« M o s s e n ; 465
IV. H O O F D S T U K .
Befchryving van de Mossen, die met Kelkjes
voorzien zyn, gelyk de Schurftmosfen en
anderen daar toe hehoorende,
Deeze Rang van Mosfen is door den Heer
L ïn n v e ü s onder de Algce of Wieren
geplaatst, om dat in dezelven, meehal,geen
pnderfeheiding plaats heeft van Wortel, Steng
en Bladen, pf dat die vereenigd zyn. Immer?
dus heeft zyn Ed. den Rang van Alga bepaalc],
onder de Schuilteelige Planten. Ik hebze, we*
gens de geringe overeenkomst met de Wie?
ren, hier t’huis gebragt. Het eerhe Geflagt,
dat wel allermeest van die bepaaling fchypt
af te wyken, voert den paarn van
J o n g e r m a s n i
Want hetzelve bevat veele Soorten, die
wel duidelyk geheeld zyn en Vinswyze gebladerd;
gelyk hier volgt. Ook draagt fommig
b’ykbaar Bloem en Zaad. Het Mannelyke
: Teeldeel is geheeld , naaljt, met een yierkïep»
pig Meelknopje:, het Vrouwelyke ongedeeld,
Lnaakt, met rondachtige Zaaden. Door Rou-
‘ rins en M icB E n iu s is hetzelve benoemd,
ï maar eenen Dodtor J cjnoermann, door
: wien, nu ruim honderd Jaar geleeden, de Cg»
7 G g ft.
II. Desl. XIV. STua»
IX.
■ Afdeel
IV.
Hoorns
*tvk.
«t. v** fel
SXHrr