VIL'
A f d e e l .
111.
H oofd»
STUK.
XII.
¥ terts Sti‘
pularis.
Stoppel»
bladig.
Xlll.
Trichotttctnoides.
Steenfcreekig.
wel het veel daar van verfchilt, doordien dë
Bladen niet Zaagtandig ingefneeden zyn»
(.ia) Rand-Varen met gevind Loof:, de Vinnen
, Liniaal ongefieeld, en Lancetvormige Stop»
peltjes*
De Stoppeltjes , dat zekere kleine Blaadjes
zyn, aan den voet der Bladfteelen, in de Boo*
men niet ongemeen, maar in de Varens zeer
Zeldzaam, onderfcheidea deeze Soort, die de
Bladen ook zeer lang en fmal heeft ; in de
Westindiën voorkomende»
(13) -Rand - Varen met gevind Loof; de Pinnen
Eyrondachtig ftomp , uitgegulpt, van onde*
ren ruig.
Naar het bekende Kruid, dat men Steenbree-
ke noemt,gelyktdeezeiWestindifche zodanie O %
dat
(1 1 ) Pteris Frond. pinnatis , Piiinïs lineatibüs fesfili-
bus; Stipülis Lanceolatis» Sp. Plant, N. 10. Filix alt.
longisf. anguftis et ad balin fohofis fóliis. Pludi. Amer.
ia. T. 19. Fil. T. 70. Fil* lineata ad bafin foliofa. Pet.
FiU 130. T. 12. f. 1.
(13) Pteris Frond. pinnatis; Pinnis fubovatis obtulïs
lepandis, fnbtus hirfutis. Sp. Plant. N. alt H. Cliff.
473. Trichom. Argenteum ad Orasnigrum. Plum. Fil. 57.
T. 75. P e t . Fit. 137. T. 9. f, 16. Trichom. majus Pinn.
finuatis fnbtus niveis. Sloan. Ofam. 17. Hifi. I. p. go. T»
35. f. 1. Raj. Suppl. 60. Filix crispa Lantigine Hepa»
tini coloris ex Ins» Fortunatis. P l u k , Alm. 150.- T. s,Sit
f . 4-
dat menze Zilverkleurig Trichotnanes, aan de v it.
randen z w a rt, genoemd vindt by de Autheuren. a ^ El*
De Bladen zyn omtrent een Voet lang en ko- Hoofd-
men uit dergelyke Wortels als andere Varens
voort, zo S l o a n e aanmerkt. De Vinnen,V a rm .
een half Duim lang en ge-oord, naar ’t end
Puntig, zyn op zyde als uitgehoekt en voorts
Zaagtandig ingefneeden , van boven groen,
van onderen Zilverkleurig, met eenen Mosachtig
graauwen Rand, dat de Zaaddeelen
zyn.
(14) Rand - Varen met gevind L o o f; de Vinnen XIV.
g e p a a rd , Lancetvorm ig Z a a g ta n d ig , aan cmicat
den voet ver [mallende-, de ohderft.en veelal ^
driedeelig.
Die Plant, welke door A l p i n ü s , onder
den naam van T akkig H ertston g, is befchree*
ven en afgebeeld, groeide op ’t Eiland Kandia
een Elle hoog en hadt aan lange Steelen
wederzyds fmalle, fpits uitloopende, Vinbla-
dén, zonder dat z y , zo hy zegt, Bloem, Vrugt
of Zaad, voortbragt. Zy fcheen echter de
Bla-
(14) Pteris Frond. pinnatis; Pinnis oppof. JLanceoIa-
tis ferrulatis bafi anguftatis; infimis fubtripartitis. Mant.
130. Hemionitis multiiida. C. B, Pin. 354. Phyllitis Ra-
mofa. A lp. Exot. 67. T. 66, Lingua Cervina Fol. Coftae
innascentibus. T ournf. Inft. 544. T. 321« Filix Cret.
jninpr non ramofa. Moris. Hifi, 111, p, 573, S. 14. T»
z. f. 16.