IX.
Afdkei»
IV.
H oofdstuk.
VI.
jnnger
munnia bi-
cuspidata.
Tweepuntige.
Vil.
Quinque-
dentata.
Vyftandige.
(6) Jungermannia met eenvoudig gevind Loof;
in V midden Bloemdragende; de Blaadjes
tweetandig.
- (7) Jungermannia met eenvoudigTakkigLoof,
aan de tippen Bloemdraagende\ de Blaad•
jes vyftandig.
Alle deeze Soorten van Jungermanniaas, in
*t een of ander opzigt verfchillende , doch
hoofdzaaklyk in gedaande overeenkomftig»
komen in ons Wereldsdeel voor. Meeft beminnen
zy donkere, vogtige , Moerasfxge
plaatfen. In Italië heeft M ichelius ze
allen waargenomen. In Engeland zynze, volgens
D i l l e n io s , allen gevonden; die de
laatfte ook by Giesfen zag en uit Kanada overgezonden
bezat. Van de eerfte, Klaauwie-
rige gebynaamd, geef ik hier, uithem, de
Afbeelding in Fig. i , op Plaat CIII. Dui-
delyk vertoont zig daar in het Gewas, het
L o o f, de geflooten en opengebarften Meel-
knopjes. Hy begryptze allen onder dennaam
van Lichenafirum, als naar het Schurftmos
meer o f min gelykende,
ïn
(6) jungermannia Frond. fimpl. Pinnat. medio Flo*
tjfeïis &c. Jung. minima repens, fol. bifidis. Mich. T,
6. f. 17- DiLn. T. 70. f. X3-
(q) jungermannia Frond. Pinn. Ramofd, apice Flo-
ïifera. Huns. Mg^ 433* Lichenafirum multifidummajuS
&c. DiLfc. Must. 494* T* 7l ' & 33-
D e M o s s e n . 469
ïn de Noordelyke deelen van Europa, Swee* IX-
den , Rusland, zynze geheel niet waargeno- A*®**1-
men » uitgenomen de Tweetandige, welke Hoofd-
men thans in Schónen op Beukeboomen heeft
gevonden. Zelfs mankeert dit Gdlagt by
den Heer de Gorter , onder de Planten
-van Moskovie , t’eenemaal. De meeften komen
omftreeks Frankfort, en elders in Duitfch-
land, voor; veelen in Switzerland , eenigen
in Vrankryk, omftreeks Parys; maar in onze
Provintien is nog geene deezer zes Soorten
opgetekend.
II. Met gevind Loof ; de Vinnetjes geoord
(*) en van boven gedekt.
( 8 ) Jungermannia met het Loof van boven ym .
dubbel - Vinnig , aan de tippen Bloem- m£ un^ er"
dratigende; de Blaadjes rondachtig, effen- »udulata.
randig, gegolfd. . Gegolfds,
(9) Jon-
(•*) Ëen zonderlinge verandering in de laatfte Uit*
gaave van ’t Syftema Naturce, door den Heer Mür-
rav • met van Auricuiatis te maaken Aniculcais, dat
geheel geen zin heeft en op zig- zelve niet is te regt te
brengen.
OU (j
u n g e r m a n n i a Frond. fupra bipinnatis &c, Li-
chenaftr. Pinnul. Auricuiatis majoribus et non crenatis,
Du.l. Musc. 490. T. 71- f. 17. Hepatica Saxatilis undu-
|ata Seminifera, Vaiu- Par. 98. T- 19. f. 6.
Gg 3