de voor2aande iD Zuid- Amerika o f in de
Hoofd- ^ esdnd,^n Sr°eit , is zodanig ingefneeden,
stok? dat het door P e t i v e r b y ’t Loof van Dol-
Tros. Ie Kervel vergeleeken wordt. Het Loof is
viermaal overhoeks gevind, met eenen naakten
Bloemfteel, de Steeltjes overhoeks, met
overhoeks geplaatfteBloem Aairtjes, volgens
y gene zig in de ClifFortfe Tuin bevondt. Hiér
is door den Ridder bygcvoegd, dat het in de
Bosichen van t Eiland Dominika zeldzaam
groeit.
III. Het Loof zelf de Vrugtmaakende
deelen draagende,
(12) Tros-Varen met dubbeld gevind Loof,
dan de Tip Trosdraagend.
Deeze Soort heeft allereerst den naara gevoerd
XII.
Osmunda
Jlegalis.
Koninglyfc.
' I2J Osmunda Frondibus bipmnatis, apice Racemife-
ris. Gort. Belg, 11. p. 277, Osm. Scapo paniculato
' polyphyllo. Oed Dan. 217. Fl. Suec. 840, 933. Dalib.
308- » , Cliff. 473. Osm. Regalis f. Filix flori fa.
P lum. Fit. 35. T B f. 4. Filix Ramofa non dentata ilo-
rlda. C. B .fiu . 357. Osmunda vuig. & paluftris. T ournf.
Jnjl. R. Herb. p. 547. Osmunda, Filix florida, Filix la-
Ofoua Cordi. L ob. Ie, 813. Kruidb. 992. Filix paluftris.
B od Pémpt. 473. Kruidb. 759. p Filix florida f. Osmunda
Regalis, Fol. alternis, furculis Seminiferis.Gron.
virg- 123. Filix non dentata florida. Pluk. Alm, 156. T.
a f1 f rr4^ Fillx Botryites £ Horidsuia MpR Hifi. lil* major Virgiuian^,
voerd van Osmunda; mooglyk wegens ’ t zui- AVfl»
veren van den Mond in Gorgeldranken, Want, II.
hoewel dat gebruik van dit Kruid niet gemeld stuk.™"
wordt, is het nogthans, als van een famen- Tros.
trekkende en Wondheelende hoedanigheid,^^*
zodanig aangepreezen, dat men het zelfs
Koningiyb genoemd h e e ft, zegt L obel 9
wegens zyne uitmuntende kragten. By D odo
n j E ü s wordt het flegts Groot o f Wild
Varen, anders Water - Varen ^ getyteld, Het
komt, in ons Land, veel aan donkere vogtige
kanten der Slooten, in Gelderland , Vriesland
en Groningen , meer dan in Holland, voor.
Het groeit ook veel in Bosfchagiën van Poi-
tiers, en is in den Elfaz , tusfchen Wimme-
nau en Ingweiler, op vogtige Steenige plaat-
fen , zeer gemeen , doch komt aldaar niet
voor in vette Moerasfige Gronden, In de
Zuidelyke deelen van Europa is het zeldzaam;
doch in de Noordelyke , gelyk in Sweeden ,
wordt het op verfchelde, zelfs Bergagtige
plaatfen, gevonden. In Switzerland, zegt Hal-
l e r , is het nog niet ontdekt (*>
Uit Wortels, die een Schubbigen bol met
veele Vezels maaken, komen Steelen van een
Eile of drie Voeten hoog ( f ) , welke op zyde
p a a r s e
r Helv. inchoat. Tom» Ml. p. 6.
Cf) Van twee Cuhiten 2egt Lobel. Morison fpreekt
van Caules bicubitales et ad Hotnir.is altittfdir.em asfurgetim