Af^ ’el »» n’e£ vee* Wprtels noodig. Men vindt het
ui- „ onder ander Mos en fomtyds op ’t open
stük°FD" » Veld onder het JSchurftmos groeijende; 5t
Kaaimos.„ zy om door deszelfs Schaduw of door het
„ daar van afdruipende Vogt in groey gehou-
,, den worden , verkiezende derhalve inzon-
,, derheid laage en holle plaatfen. Hierom
,, is het ook gemeenlyk verholen en niet dan
,, by geval te vinden, ’t Gelykt, bovendien,
,, zeer naar de Steeltjes der Mosfen, enblyft,
„ even als dezelven , den gantfchen Winter
„ over.
ij. (a) Buxbaumïa, die het Doosje hyna ongejleèld
mia folio' heeft, omringd met Bladertjes.
fa. J , .
Gebia- Ik moet hier deeze Soort byvoegen, welke
erde' door den ouden L i n n i d s niet opgemerkt
was,doch thans door den jongen Heer, onder
deeze bepaaling , wordt voorgedragen en
afgebeeld. De Heer Haller geeft voor,
dat dezelve , hoewel menigvuldig in Switzerland
groeijende , door hem eerst ontdekt zy.
Immers het was op zyn Reistogt door dat Gewest,
in ’t jaar 1739, dat hy dit Mos waarnam
Cs) Baxbaumia acaulis, Capfula fubfesfili, Foliiscino
ta. Meth. Muse, emend. L inn. p. 33. T. 1. f. 4. Schmied.
Disfert. Weber. Spicil. 128* Sphagnum acaule maximum
, Fol. in Centro Ciliaribus. Ha l l . It. Helv. N. 57.
Helv. inchoat, T. III. N. 1725- T. 46. f. 3. Oed. Dan. T»
249. f. 3. AH. Stokh, 1764. p. 29. T. 3. f, 6 -13.
km en onder een anderen naarh befchreef,
die ip de eerfte opflag daar van een ver- Ui. *
keerd denkbeeld geeft. Hy noemde het al- -Jur.*0"
krgrootst ongejleèld Sphagnuth; terwyl het een Kaatn
uitermaate klein Mosplantje is , naauwlyks een
halve Vingerbreed hoog, maar het welke ook:
een zeer groot Doosje heeft, met Haairadi-
tige Blaadjes omcingeld, In ’ t jaar 1762 werdt
het door den Hèer M u l l e r , in Deenemar-
ken, aan de kanten van oude Dammen gevonden
en omftandig befchreeven. De Heer
Sc h m i e d e l gaf een byzonder Vertoog
daar over uit* Het is dan tegenwoordig alom
bekend; hoewel in deszelfs Geltalte eenig
verfchil fehynt te zyn ; gelyk uit de Afbeeldingen
blykt en van H Aller in 'c ferêede
aangeweezen wordt,
S i* l a c h n u M. Parafolmos,
Dit Geflagt onderfcheidt zig , van de andere
Mosfen , door een Zonnefchermpje,
Svaar op het Meelknopje geplaatst is, zynde
dat Schermpje.doorgaans gekleurd en naar het
overige zeer groot. Het heeft een afvallend
Huikje en een gefternd Hoofdje aan een Wyf-
jes - plantje, van ’t Mannelyke afgezopderd.
^ier yan zyn de volgende Soorten in Europa
gevonden.