<532
X. (14) Zwam , dre .gefleelcl is , het Hoedje wit-
A fdeel. achtig ; de Gaatjes ongelyk 9 langwerpig
Hoofd- bogtig , Sneeuwwit.
STUK»
^e Bosfchen van Sweeden zyh deeze
fubfqua- waargenomen; de laatfte het Hoedje zeer
*Schubbi- groot en dik hebbende,
ge.
H Y D N ü M. Stekelzwam.
Deze Griekfchen naam, weleer ook aan de
Paddeftoelen gegeven , past onze Ridder, *t
zy met reden of zonder reden, op een Gesagt
toe, ’ t welk van de voorgaanden verfchilt,
door geen Plaatjes of Pypjes, maar Stekels of
Doornen van onderen te hébben. De Heer
Haller heeftze, deswegen, melden naam
van Echinus, M ich k l i met dien van Erinaceus
gety teld. De plnatzing niettemin, is horizontaal,
niet opgeregt, gelyk in dezelven. L i n n ä u s
geeft ’er van op., de vy f volgende Soorten.
T. ( 1 ) Stekelzwam, die gefteeldis, met het Hoed-
M'ydïium . :e verheyenrmd\ Schubbig. Een
imhrica- *
Gefclwb- (14J Boletus Stipit- Püeo albido, Pöris diffornoibus &c.
Fl. Suec. 1090, 1250.
(1 ) Hypnutn Stipitatum , Püeo convexo imbricato. Syft.
Nat.Veg.X III. Gen. i t u . Sp. x- Fl. Lapp. 523. Fl.
Spec. io9?,. 1257- Ft. Westgoth. 215. R. Lugdb.Sig. Eri-
naceus esculentus albus crasfus. Mich. Gen. 132. T. 7a.
f, 1. Echinus petiolatus, albicans fuperne Squamofus.
Hall. Helv. inchoat. III. p. 149. Fungus poene candidus
&e. f* B.Rift. III. p.. &s2», Schaff, T. ü i , Oed. Ban, T*
57S» .
Een Soort van Zwammen, in de Bosfchen Afd^*u
zo wel der Zuidelyke als Noordelyke deelen
van Europa voorkomende, en dikwils ontzag-^®®*®*
lyk grootivallende. Mi che l ius noemtze steket-
de Eetbaare witte dikke Kampernoelje, en merkt zwam.
aan, dat men dezelven op de Markt te Flo* ,
rence verkoopt. H aller betrekt 'er toe
deGroote, zwartachtig Afchgraauwe , byna
de grootte van een Muts of de Bol van een
Hoed bereikende , en van boven gefchubd ;
welke omftreeks Altdorf, in de Bosfchen ,
groeit. Het Hoedje is van verfcheiderley figuur,
fomtyds van boven zeer ruuw en van
onderen altoos gedoomd.
(2 ) S tek e lzw am , die gejleeldis, met het Hoedje H"pmm
verhevenfond, glad en bogtig. repmdum.
(3) Stekelzwam , die gepeld is , met hetZ^h^
Hoedje plat* Trechter achtig. Tomentofum%
( 4 ) S te k e lzw am , die gepeld is , met het Wonige.
Hoedje gèhalveerd, ( 5.) Auri],cal»
pium.
O ) Bydnum, Stipit. Püeo convexo Isvi flexuofo. F/O^lepe-
Suec. 1098, 1258- Erinaceus esculentus pallide luteus.
Mich. Gen. 132! T. 72, f. 3- Echinus petiol. fubrufus
petiolo kevi. Hall. uts. p. 15O. SciiiEFF. T. 112. O ed ’
T. 310.
(3) Hydmm Stip. Fiko plano» ïnfundibuliformi. Fl.
Suec. 1099, 1259.
(4) Bydnum Stip. Pileo dimicjiatoi Fl. Lapp. Suec.
iioo>
Rr 5 1L Dksi» XIV. Sw k ,
l i l
i
sappsig m