54 B i s c H R Y v 1 H G Y 4 K
A ? ïti» Martenique g ev o n d en , geeft
ii. «1C éenen W ortel v v f o f zes S tZ i S
H oofd- e e n y Q È , y o t z e s Stee le n , Va,Q
'TÜK' heid h J i h * d,e met een J P * heid bekleed z y Q , eQ 0pwaabrdrus inbee zhelta amirifgt.
* * * « BIaden * - e lk e ieder tw ee ^
fteeltjes u itgeeven , m et een Pieramidaal Bloem-
trosje van tw ee Duim langte.
o Z L d « ( 6 ) T r0f \ 7V n m ei een dubbelden Bloemfieeh
Tp\
2eengtte eLJLeiiNn Nn j°ee,ut s°. p RD°etf enve rimn aza^rd-e4 mS leor aiknae,
h eeft het G ew as, aan den O ever van R io C o ,
bre op Jamaika, beneden de Stad St Jago de
m Z i ï i ° P .een RotS S r°eijende gevooden.
p t a t S ? y„e. redendCTf>ePaali0« ™ di^ r o e i,
( 7 ) T ros - Varen m et een dubbelden B lom fteel '
en meervoudig verdeeld Loof. *
Op
CO Osmunda Scapis Caulinis geminis, Fronrfp M •
imta hirfuta. Sp. PU„t. N . 6. 0sm. SP. « S , T "
t r r *■ i65pt - s- f- i6- w « £ f i s fnnde lacmiata. Pjldm. Fil. ,,o , T TA, i /. 1
r« a «orida. r „ „ . J S S f T " | P 0 1 * 8 § ?
: W S p “ »■ SP- .laplici. S a o »
. O J foanMwb Scapis Caulinis geminis, Fronde f0pra*
decompofita. Jfc. PLnt. N. * Osm. Filicul* folio S a -
w< P w * . F 4 135, X. ijS . Osm. Adiantiu nigri facie,
P«t*
y 11.
Adianti-
folid,
Vrouwen.
fcaairig.
d b H a a i r p l a n t ï n . 55
Op de Rotfen der Eilanden Dominika en
Jamaika komt deeze, volgens den Ridder voor.
Zy groeit by en onder de voorgaande, zyn- STUK.
de door Pater P lumi e r op Dominika waar- 7>«.
genomen, ’t Gewas is omtrent anderhalf Voet aren*
hoog én gefykt zeer naar het zwarte Vrou-
wenhaair , maar verfchilt van hetzelve door
zyne Trosachtig geaairde Vrugtmaakingen.
Hierom was het ook Bloeijend Steenig Frou-.
wenhaair door P l u m i e r getyteld.
II. Met naakte Bloemfteelen > uit den
Wortel fpruitende.
( f ) Tros-Varen met gewortelde Bloemfteelen Vïih^
en gekranfte Trosjes j het Loof meervoudig vertidUaj-
wrdeekh - ‘Sekranst.
Wegens de gekranste Trosjes voert deeze
Soort, die, gelyk de volgende , in Zuid-
Amerika of in de Westindiën groeit, den
bynaam.
( 9) Tros-
F et. Fil. 167. T. 9. f. i. Lunatja elatior &c. S loane
uts. Mor. uts- Adianthum Saxofum floridum. Plum.
Amer. 29. T. 43. Raj. Suppl. 101.
C8) Osmunda Scapis Radicatis, Rac. Verdcillatis, Fronde
fupradacompolita. Sp. Plant. N. 8. Osmunda verti-
cillatS. Plum. Fil. 137. T. 160. Pet. Fil, 171. T. 12«
£.4.
D 4