IX. wel als het geen van Maanen dennaam draagt;
Afdeel. Zyn(je ^aI; zwarte Boommos , *t welk van de
H oofd- Ouden voor het flegtfte wordt uitgemaakt en
%Tis ‘hurftevenwe^ een uitneemenden dienft doet in de
uiös. 7 Laplan'dfche Wildernisfen.
Voedzel Akelig is derzelver aanzien, zo L innjeus
der Ren- getuigt, die dezelven doorkruist heeft. Wyd
eJe”je nitgeftrekte Vlakten geheel bedekt met het
bladz.545. witte Rendieren - Mos * , in de Winter dier
Beeften gewoone Voedzel zynde,en gezoomd
met Bosfchen van Geboomte, ’ t welk met dit
zwarte Mos gebaard is , maaken een grillige
Vertooning. Wanneer , nu, de Winter aan-
vang neemt met Regen? zo bevriest de Sneeuw
van boven zodanig? dat de Rendieren, (van
welken fommige Boeren, dieryk z y n , ’er wel
duizend bezitten ,) het niet op kunnen krabben,
dat zy anders dikwils tot één o f twee
Ellen diepte doen. Dus zyn de Boeren genoodzaakt
, ten fpoedigfte naar de Bosfqhen
te gaan en van dit zwarte Mos, naar ’t welke
de Beeften immer zo gretig zyn ? zo veel
mooglyk is te verzamelen en hun te bezorgen;
dat dikwils veel moeite in heeft, voor eene
groote Kudde.
Mos van Met *ieC Wollige fchynt taamelyk dat Mos
Corfika. overeen te komen, ’t welke nu kortelings"alhier
is in trein gebragt, als een Middel tegen
de Wormen der Kinderen. Men noemt het
van Cojjika ; het is inderdaad Wollig «
l É É i I i l l 5
S6t
donker van Kleur en fchynt op Zee - klippen lx.
verzameld te zyn, uit den Reuk. Misfchien,
echter , zou het nader komen aan het gene Hoofd-
D i l l e n i ü s noemt, Plaggig, klein, Haa-ST^ ^ _
rig, zwart, Baardmos , ’t welk aan de Klip-*»«,
pen van Groenland verzameld en hem door
een Heelmeefter van daar bezorgd was, zyn-
de de volgende Soort. Het Koraalmos, dat
dergelyke Groeiplaats heeft, weeten w y , is
van oucls, voor een Wormdoodend Middel
geroemd (*),
(96) Schurftmos , dat Vezelig is , zeer Tak- XCVL
kig j leggend, warrig, glanzig. p S Z s .
Ruig-
(97) Schurftmos, dat Vezelig is , Takkig
wyd gemikt, leggend, ingewikkeld - bogtig.
formis.
Van deeze groeit het eerfte, dat een zeer^Ja| r'
fyne Wolligheid , als Fluweel, maakt, pek-
zwart van Kleur, op den Berg by ’ t Kafteel
van Upfal en op de Laplandfche Alpen: het
andere,naarYzerdraad gelykende, door zyne
ftyff*)
Natuurl. Milt. I. D. XVII. Stok , bktdz. 512.
,(g6) Lichen Filament- Ramofisf. &c. Plant. N. 76.
Pi, Suec. 11 N. xi 26. Usnea Csespitofa Capillacea exi-
lis atra. D u x 66.T -13-f, 9.
(97J Lichen Filament. Ramofus divaricatus &c. §p.
Plant, N. 77. FL Suec, Oep- Dm. T* 29a. Usnea rigi-
d,a horfum vorfum extenfa» Di ix . 66, T. !3- f - 10 Hall.
Melv. inchqat, III, p. 80.
N n
II. Daan. XIV* Stuk.
otÈe I
W m
wm
Eli