IX- van Lichenoides, eindelyk, naast komende aan
de eigentlyke Schurftmosfen , houdt alle de
Hooïd- genen in , die Korftig en Bladerig zyn , en
’ - dus honderd - vyfendertig Soorten : zo dat hy
mos. meer dan tweehonderd Soorten heeft van der*
gelyke Planten, die allen, in zyn onvergely-
kelyk Werk , ten omftandigfte befchreeven
en naauwkeurig in Plaat voorgefteld zyn.
De beroemde Ha l l e r bevoorens de Li*
chens in zeven Rangen verdeeld hebbende ,
bevattende honderdzejlig Soorten in Switzer-
land gevonden ( * ) , maakte ’er naderhand tien
van t als 1. Gehoornde : 2. Koraalachtige- 3*
Vezelige: 4. Platachtig gehoornde : 5. Met
groote vrye Bladen : 6. Anderen met rond
Loof, dat weinig Takkig is en vry. 7. Met
fmaller, minder vry , Loof: 8. Lilachtige: y.
Korftige, met Schotteltjes of Napjes. 10. Enkel
Korftige. In deeze Rangen zyn by hem
thans nagenoeg tweehonderd Soorten vervat
ï f i l * _. JÊÊ Onze Ridder verdeelt de Planten van dit
Geflagt in negen Rangen, als volgt.
I. Schurftige met Knobbeltjes.
( 1 ) Schurftmos, dat Schurftig is en witachtig,
Lieten met zwarte Takkige Streepjes als geletfcriptus.
j Groeit
Letteng- teta .
(*) Enumer. Siirp. Helvet. Gott. 1742. pag. 63, &c,
O ) Hift. Stirp. Htlv. intteau Bern. 1768- Tom- 111»
p. 70. &c- i.
O) Lieten Leprofus albicans &c. Syfl. Nat. /Tg. XIII,
Gent
Groeit op de Baft van jonge Eiken en andere
Boomen, zo by ons als elders. I vt.
Hoohd-
STOK.
(2) Schurftmos, dat Schurftig is en geelach- ^
tig> met zwarte Streepjes als een Landkaart Lieten
° j j Geogragetekend.
phkus.
Land-
Komt op witte Kwartzige Steenen der Alpen kaartlE*
van Dalekarlie in Sweeden, by ons op de Baft
van jonge Boomen voor.
(3) Schurftmos , dat Schurftig is en groen , JH- ^
met zwarte rand en knobbeltjes. rem.
Donker-
Groeit op Rotfen in ons Wereldsdeel. groen.
(4) Schurftmos, dat Schurftig is en Meelig,
met gedeelde bynct Kogelronde Schildjes. Schimmeiachtig
Groeit op Zandige Gronden.
(5) Schurftmos, dat Schurftig is en wit, met
half kogelronde witte Knobbeltjes.
Groeit
Y.
LaHeus.
Melkwit. •
Qen. 1202. Sp. X. Gort. Belg. 11. p. 304. Ft. Suec.gy»,
1057. Lichenoides Crufta tenuisftma. Dill, [Muse. 128.
T. i8- f- I-
(2) Lichen Lepr. flavescens &c Gort. Fl. Belg. uts Fl.
Suec. Lichenoides nigro - flavum. D.ll. T. 18. f- 5-
(3) Lichen Lepr. viridis, margine Tuberculisque atris.
Ft Suec. 939 j 1062.
(4) Lieten Lepr, Farinaceus &c. FL Suec. Lichenoides
Fungiforme. Dxx.1- T. 14 f. 5-
(5) Lieten Lepr. albus Ä ALi, Stokh 1769. p. 248;