X. je doorboord is, in anderen geflooten. Hief
Afdbzl. van m a a id e Heer G l e d i t s c h , in navol-
Hooru- gjng yan M i c h e l i u s , twee Soorten, en
RimpeU noemt de eerstgemelde de echte Hirfchbrunsti
zwam. terwyl de andere , zo wel als die, den naam
van Stertmorchel of Staartzwam , en van Gicht•
zwam, by de Duitfchcrs voert. De Kleur is
over ’t geheel witachtig , doch wordt, inzonderheid
boven aan , door den tyd bruin en
zwart: de zelfdandigheid een fpongieusVleefch:
om laag zyn de Velletjes van het E y , ’t eene
geel, ’t andere wit, als afgedroopt. Zekere
Eeltachtige zoom, die om het Hoofdje loopt,
verfmelt eindelyk allengs tot een uitermaate
ftinkend Vogt, als van een rottend Kreng, en
loopt ’er Druppelswyze af; in welke Druppels
zeer kleine Zaadjes,als Stof, vervat zyn.
Men noemt het des wegen Stinckzwamm, in
Duitfchland, en ik heb het daarom Stinkfchaft
geheten. Door dien Stank worden de Vliegen
zodanig aangelokt, dat zy by hoopen op
dit Gewas aanvallen, en of daar in , of daar
op, door de Lymerigheid gevangen en vast
gemaakt, verdikken moeten«
Gekniik. Het één en andere heeft al van ouds des
Gemeenen Man een denkbeeld ingeboezemd,
van zonderlinge eigenfchappen in dit Gewas.
Dat deszelfs Slym , vooral die der Eijeren ,
van diend zou kunnen zyn tegen de jicht, door
bedryking , is zo ongeloofbaar niet, als dat
* het
het juist een byzondere kragt zou hebben, . X.
tot opwekkinge der Minnedriften. De Stank , n.
dien het uitgeeft, fchynt eer van Verrotting
voort te komen en door Dedillatie haalt men Rimpel
’er een vlug Pisachtig Zout uit. Niettemin2*'**"'-
worden deeze Aard- Eijeren, daar toe, door
de Jaagers en Boeren, in Thuringen, zorgvuldig
verzameld, en in de Lucht gedroogd,
o f in de Rook gehangen; naderhand gepoeie
rd met eenig Geedig Vog t , wel eens de
Beeden ingegeven , om de Paaring te bevorderen
» In het Brandenburgfe wordt niet minder
werks gemaakt van de volwasfen Stinkfchaft
, die men ’er droogt en zelfs wel zo
geheel de Runders in de Keel dopt, o f ook
hetPoeijer aan Menfchen ingeeft; maar fom-
migen willen , dat ’er dan dikwils een Mis-
kraam door veroirzaakt worde (*).
III. HOOFD*
C D VSd. G leditsch uts.