IX. Fynbladerïg glinfierend zwartachtig groen Fonxxfdkel..
t \, j . . .
in. teinmos noemt D i l l e n i u s deeze, die m
stuk°.FD" Engeland, in Beeken , is waargenomen en
Fontein- ook, te Franeker in Vriesland, in een Regen*
m o s ' bak gevonden. Volgens J. B a < H in.us komc
zy in Vrankryk tusfchen Mompelgard en Cla-
renvaux voor, als ook by Wasmunfter. Het
is een Gewas van omtrent een Handbreed of
een Span lang, met zwarte Haairdunne Takjes
, die zig rigten naar den Stroom van ’c
Water. Nat zyn zy ook driekantig , doch
droog rond. De Meelknopjes of Zaadhuisjes
zitten in een Haairbekleedzel, dat uit veele
Bladertjes beftaat, gelyk by de anderen plaats
heeft.
TV. ( 4 ) Fonteinmos met tweeryige ititgebreide
^Pemtataf Bladen en zydelingfe Meelknopjes.
Gevederd.
Op de Boomen in Switzerland is, volgens
L i k -
Antheris lateralibus. Sp. Plant. N. 3. Gort. Belg. p.
283. Font. Squamofa tenuis Sericea atro-virens. Dil l .
Musc. 259. T. 33. f. 3. Font. minor lucens J. B. Hift, 111.
p. 778.
(4) Fontinalis Fol. bifariis patentibus , CapfuBs latèra-
libus. Sp- Plant, 4. Alt. Stokh 1769 p. 248, Sphag-
rium Penn. undulatum, Vaginü SquaitiolT D 'l l . Meiie.
250 T. 32. f. 9 Sphagn. Cauliferum & Ramofum. Hall.
Hetv, 94. T. 3. f. ,2. Muscus Terreftris major. Vaill.
Par, 129. T. 27. f. 4 Confér. Sphagn Pennatum yla-
num & Undulatum. B ill. dMusc. 249, 350. T. 32. f. 2, 8.
LiNNiEus, de Groeiplaats van deeze Soort. ix.
Immers vandaar hadt Di l l e n i u s dezelve, 111.
door H a l l e r overgezonden, ontvangen
die het thans noemt, Hypnum met tweezydi- Fontein-
ge Steelen , welke Takkigzyn, en EyrondeW0,ï*
Bladen, overdwars gegolfd (*). Men heeftze
thans ook aan Beukeboomen , in Sweeden,
gevonden. Een dergelyke, met een Haairig
Scheedje, denzelven door D i l l e n i u s bezorgd,
fcheen, zo die Kruidkenner aanmerkte
, ook hier te behooren. Zelfs fchynt een
Gevederd niet gegolfd Mos, plat van Lo o f ,
dat uit Patagonie gekomen , en in de Boom-
Mosfen , daar men de Goederen in pakt, gevonden
was, medé betrekkelyk te zyn tot
deeze Soort.
C5) Fonteinmos met Limaal-Borfïelige Bladen. V.
J ° Fontinalis
Deeze Soort, die M e e s e in natte laagtens,
tusfchen Franeker en Harlingen , in Vries- bladig.
land, op verfcheide plaatfen, gevonden heeft,
was door C e l s ï u s in een Rivier van Sweeden
’ CO Hypnum Caulibus diftichis &c. Heb. inchoat. 111.
p. 42. T. 46. f. 2. Men leest 'er, by misftelling. T . 45,
en pinnatum, in plaats van pennatum : ’t is te beklaageri
dat zo veel Drukfeilen in dat Werk zyn.
( s j Fontinalis Fol. lineari -fetaceis. Ft. Snee. 11. 962.
Gort. Belg. 11, N- 866. Font. Capillacea, Cal. Styli
adinftar cuspidatis. D il l . M usc. 260. T. 33. f< 5.